Rafael Nadal, tennismachine

Heeft u wel eens drie uur naar een draaiende wasmachine gekeken? Nee. Het is, behalve voor katten, niet leuk om naar machines te kijken. Rafael Nadal is een levende machine. De functie van de Nadalmachine: ballen terugslaan. Steeds harder en soms in het hoekje, dat wel.

Maar toch zou tennis een waardeloze sport zijn als er alleen maar Nadals aan meededen. Allemaal ballenkanonnen waar een racket aan zit vastgeplakt. Niks aan. Helemaal niet omdat de laatste jaren steeds weer blijkt dat een ballenkanon met een racket in z’n handen beter is dan God met een racket in z’n handen – Roger Federer. Nou ja, beter: een ballenkanon met een racket in z’n handen is eerder bij de 6.

Daar komt nog bij dat Rafael Nadal een Spanjaard is. Irritantere sportmensen bestaan er niet. Dat zeg ik niet omdat ze ons – volledig terecht – een wereldcuppie door de neus hebben geboord, maar omdat ze in interviews na een wedstrijd nog meer dan sporters uit andere landen robots zijn. ‘Ik wil mijn ploeggenoten bedanken.’ ‘Het gaat om het team.’ ‘Het was een moeilijke wedstrijd.’ Zonder een kwinkslag of een twinkeling in de ogen pruttelen ze aan een stuk door clichés na een wedstrijd in dat lopend-koffiezetapparaat-taaltje van ze.

Rafael Nadal kan het als geen ander. Hij tennist niet alleen als een machine; hij praat er ook als eentje. Eigenlijk is het enige wat Rafael Nadal menselijk maakt, dat hij altijd kijkt alsof hij ieder moment een middelgrote wasbeer kan uitpoepen.

Nee, ik ben geen fan van Rafael Nadal. De wasmachine is klaar. Ik ga m’n was ophangen, mijmerend over hoe het zou zijn als tennis een jurysport was.

Volg ons op Facebook en vind ons leuk op Twitter. Of andersom. Kijk maar.

24 reacties op “Rafael Nadal, tennismachine”