De giraffe

Ik zit met een dilemma. Omdat het mijn lievelingsdier is wil ik graag een stukje over de giraffe schrijven. Maar ja, deze rubriek gaat over bedreigde diersoorten, en dat is de giraffe niet. Voor een lofzang op mijn lievelingsdier zal ik er dus eerst een paar de nek om moeten draaien. Zie hier mijn dilemma.

Gelukkig heeft zich tijdens het formuleren van dat dilemma wel een mooi bruggetje aangediend om de tweede alinea mee te beginnen. Immers, de nek, daar draait het een beetje om bij de giraffe. Die is erg lang. Dat moet u ook al eens opgevallen zijn. De nek van een giraffe kan namelijk wel 1,70 meter lang worden. Dezelfde lengte die u krijgt wanneer u bijvoorbeeld 750 plastic bekertjes opstapelt. 750!

Let wel, dit is een schatting. Gemaakt door iemand zonder al te veel kennis van zaken op het gebied van het opstapelen van plastic bekertjes. En die bekertjes zijn eigenlijk ook niet eens zo heel erg groot. En door hun ontwerp vallen de plastic bekertjes heel mooi in elkaar bij het opstapelen, zodat je er in de 1,70 meter die je tot je beschikking hebt meer kan opstapelen dan wanneer dit niet het geval zou zijn. Maar toch…750!

Niet alleen de nek van de giraffe is lang. Hij beschikt ook over poten waar zonder enige twijfel de nodige opgestapelde plastic bekertjes in zouden passen. Het zou ook een raar gezicht zijn, een beest met een hele lange nek waar dan opeens hele kleine pootjes onder zitten. Vergelijk het met een teckel met nek van 1,70 meter. Geen gezicht.

Als u, naast de lezer van dit stuk, toevallig ook nog eens de eigenaar van een teckel bent, dan kunt u door 750 opgestapelde bekertjes op het hoofd van uw hondje te tapen een goed beeld krijgen van zoiets. U zult dan concluderen wat ik zojuist al schreef: het is geen gezicht. Maar goed dus dat uw teckel een heel lief klein hondennekje heeft, en het lijf op stelten dat we een giraffe noemen, kan beschikken over de enorme nek.

Hij heeft er ook meer aan dan uw teckel. Die krijgt immers elke dag keurig z’n brokjes in een bakje waar Fikkie of Daisy opstaat. Een giraffe kent die luxe niet; hij moet zelf voor z’n eten zorgen. Bladeren eet-ie. 65 kilo per dag. Bladeren hangen aan bomen. Bomen kunnen soms erg hoog zijn, met name als ze veel wind vangen. Een lange nek komt dan erg van pas. Een ladder zou ook prima zijn, maar die moet je dan wel de hele tijd met je meezeulen. En dat is best lastig zonder armen. U kunt zich dus wel voorstellen dat de giraffe erg ingenomen is met z’n nek.

Helemaal als je nagaat dat hij er en passant ook nog even de hiërarchie in de groep mee bepaalt. De mannetjes in een groep slaan net zo lang met hun nekken tegen elkaar aan tot één van beiden moet overgeven. Hier komen ook de termen ‘Over je nek gaan’ en ‘Nekken’ vandaan.

Na dit ritueel wordt het vrouwtje dat de giraffenkots – een delicatesse binnen de giraffenwereld – opeet, besprongen en hard genomen door de winnaar van het nekgevecht. Dit is voor het vrouwtje geen pretje; u weet allemaal wat ze zeggen over mannetjesdieren met een hele lange nek…

De giraffenlul, een prachtding. Ook daar zou je zonder problemen een stukje vol onzin over kunnen schrijven. Tenminste, als je een beetje uit je nek kunt lullen. Cirkel rond, stukje klaar. De giraffe leeft nog lang en, vooruit…., ook gelukkig. Maar toch vooral lang.

27 reacties op “De giraffe”