Herbert, Maarten en de rest

Ik weet het, het is een beetje afgezaagd om Herbert en Maarten tot de grond toe af te branden. Je doet er beter aan het duo gewoon te accepteren, zoals een wielrenner dat doet met malheur aan de fiets. Het hoort erbij.

Maar eergisteren, tijdens het NK, werd het me weer eventjes te veel, en heb ik voor de tv staan vloeken als Bjarne Riis in de Tour van ’97, die zijn dure Pinarello na dubbele pech zonder pardon in een weiland flikkerde – ik besefte nog net op tijd dat de afstandsbediening uit het raam gooien niet de oplossing was, integendeel.

Dat het me weer eventjes te veel werd, lag, eerlijk is eerlijk, niet alleen aan de aanwezigheid van het olijke commentaarduo in Kerkrade. Het lag ook aan de áfwezigheid van iemand anders in Kerkrade. Mart. Al jaren associeer ik het NK wielrennen met zijn stemgeluid, vermengd met het geluid van de kletterende regen op mijn balkon. Een perfecte combinatie voor een zondagmiddag.

De regen was weer op afspraak, maar van Mart geen spoor. En dus ook geen urenlange verhandelingen over een onbekende, jonge neoprof die zich knap staande hield tussen ‘de grote meneren’ – ‘ja meneer Boom, kijk maar even achter je, daar zit-ie gewoon, die Pietje uit Huppeldepup, te lachen in je wiel.‘ Ieder jaar was het weer raak. Maar nu is Mart met pensioen en mogen we hem van de NOS blijkbaar alleen nog horen en zien als er een paar glazen wijn op tafel staan.

We moesten het dus met Herbert en Maarten doen, eergisteren.

Herbert, die meer dan een uur nadat Bauke Mollema was afgestapt triomfantelijk, alsof hij een scoop had, meldde dat Bauke Mollema was afgestapt. Een tip, Herbert: neem een Twitteraccount. Volg drie mensen die op hun profielfoto een wielerhelm op het hoofd hebben en je had de sportjournalistiek niet te schande gemaakt. Dopingaffaires achterhalen is misschien lastig, maar het moet toch mogelijk zijn te melden dat iemand is afgestapt voordat diegene alweer bijna op het vliegtuig naar Corsica zit?

En dan Maarten, die het weer de hele dag over een staafmixer had, en tussendoor Bert-Jan Lindeman afgewisseld Bart-Jan Lindeman of Gert-Jan Lindeman noemde – toegegeven, dat doet Mart ook, maar bij hem zijn het altijd koddige verhaspelingen; neem Rein Taaramäe, die al een paar jaar lang, ’s avonds tussen de glazen wijn, als Rein Taamaräe door het leven gaat.

Samen zijn Herbert en Maarten niet in staat de stoppeltjes van Bram Tankink van de oerbaard van Laurens ten Dam te onderscheiden, is de gestalte van Boy van Poppel een reden voor ze om weer heel hard ‘Gert-Jan Lindeman’ door de microfoon te roepen en zagen ze het piepjonge gezicht van Wilco Kelderman aan voor dat van Tom Leezer – opeens was er bij mij het besef dat Herbert ons de hele zomer ook allerlei informatie geeft over een kasteel dat heel ergens anders staat dan het kasteel waar het peloton op dat moment langs raast.

Kortom, leiding van de NOS, trek Herbert komende zomer een blauw colbertje aan en zet een brilletje op z’n neus. Doe Maarten een vrolijke gele jas aan en zet een alpinopet omgekeerd op z’n kop. Laat ze de hele dag een zaal vol jengelende kinderen vermaken. De rest, wielerliefhebbers én kasteelfanaten, zal jullie dankbaar zijn.

Dit stukje verscheen eerder op het schitterende wielerblog Het is Koers! 

Volg ons op Facebook en vind ons leuk op Twitter. Of andersom. Kijk maar.

Één reactie op “Herbert, Maarten en de rest”