Na de uitzending

Op het moment dat je dit leest, verbaas ik me waarschijnlijk alweer over iets anders, maar op het moment van schrijven ben ik nog even vol van het gesprek dat Sven Kockelmann en Peter R. de Vries zojuist in Kockelmanns programma Oog in oog voerden. Het was schitterend, dat moet me als eerste van het hart. Kijk het terug, als je zin in hebt in ongemakkelijke televisie.

Want ongemakkelijk was het. Alles zat erin. Peter die verontwaardigd een geprinte email met de uitnodiging voor het programma uit z’n binnenzak haalde om aan te tonen dat hij onder valse voorwendselen naar de studio was gelokt. Sven die geagiteerd een vonnis voorlas waarin Peter R. niet al te best vanaf kwam. Pesterijtjes over en weer. En blikken. Heel veel dodelijke blikken. Als blikken konden doden, dan zagen we in de vuurspuwende ogen van De Vries een genocide op zes miljoen Kockelmannen. Nogmaals, kijk het terug.

Jammer genoeg krijg je dan niet te zien hoe Peter en Sven na de uitzending met elkaar omgaan. Je ziet ze nog wel heel even ongemakkelijk zwijgend aan hun tafeltje zitten. Peter lijkt zonder een hand te geven op te staan, maar dan vult het logo van de KRO het beeld. We zullen het nooit weten. Voor hetzelfde geld tovert Kockelmann nog snel een karafje wijn onder het tafeltje vandaan en gooit de inhoud ervan in Peter z’n gezicht.

Ik vind het altijd het spannendste moment van een tv-interview. Het moment waarop er twee mensen aan tafel zitten en het programma is afgelopen. Gaan ze praten of zwijgen ze? De camera zoomt uit en de studiolampen dimmen. Dat is om het extra moelijk te maken voor na-de-uitzending-kijkers als ik. Prima. Niet elke boerenlul moet het kunnen.

Meestal – wanneer het gesprek niet zo verloopt als dat tussen De Vries en Kockelmann – zie je over en weer nog net wat lippen heen en weer bewegen voor er een logo of aftiteling het beeld inschuift. Maar wat ze zeggen, blijft onduidelijk. En ook dat is prima. Juist dat is prima. Dan kun je het zelf bedenken. Ik denk al jaren dat Clairy Polak vlak na de uitzending van Buitenhof haar geheime ingrediënt voor een voortreffelijke stamppot boerenkool met haar tafelgenoot deelt.

Daarom, en alleen daarom, wil ik Erwin Kroll nooit in het echt ontmoeten. Hij loopt namelijk bijna elke dag even voor half negen naar de desk van de nieuwslezer om een praatje te maken. En ik heb Erwin Kroll al over van alles laten praten met de nieuwslezers. Van kwantumchromodynamica tot latex ondergoed. Die vrijheid wil ik houden. Ik wil niet van hem horen dat hij elke dag tegen de nieuwslezer zegt dat hij eigenlijk ook geen idee heeft wat voor weer het morgen wordt. Want zoiets zal het wel zijn.

Volg ons op Facebook en vind ons leuk op Twitter. Of andersom. Kijk maar.