De dikke man en de loslopende hond

De dagen dat ik de afgelopen jaren het grindpad dat leidt van de bushalte naar het huis van mijn ouders afliep en niet iemand tegenkwam die z’n hond uitlaat, zijn op de lange vingers van één portie tiramisu te tellen.

Ook afgelopen zondag zag ik vanuit de verte een man met een riem in z’n rechterhand lopen. Er zat geen hond aan de riem. Die liep even verderop in het grasveldje naast het grindpad. Het was een lieve hond, met van die hangoren. Hij snuffelde met z’n neus aan het gras. De man was voornamelijk dik. Misschien was hij ook wel lief. Bij mensen kun je dat niet meteen zien.

Hoe dichterbij de dikke man en de loslopende hond ik kwam, hoe leuker het werd. Er was een spanningsveld tussen de dikke man en de loslopende hond. De dikke man wilde naar huis, vermoedelijk om tiramisu te eten, of anders bitterballen. De loslopende hond wilde nog langer loslopen en aan het gras ruiken.

Dit spanningsveld zorgde voor een prachtig kat-en-muisspel. Het spel van kat en muis. Of een loslopende-hond-en-dikke-manspel, zo je wilt. De dikke man riep ‘hier’, de loslopende hond liep daar. En hij bleef ook daar.

De dikke man waggelde dan maar naar ‘m toe, onderwijl nog steeds ‘hier’ roepend. De loslopende hond liep daarop naar een ander daar, dat precies buiten de afstand lag vanwaar de dikke man de riem in z’n rechterhand om de halsband van de loslopende hond kon doen. Dit ging nog een tijdje zo door, met de loslopende hond als glansrijke winnaar van het spel.

Terwijl zowel de dikke man als het loslopende hond – hond eerst; daarna man – achter een muurtje verdwenen, dacht ik hardop: ‘Je zult toch moeten gaan rennen, dikzak.’

Volg ons op Facebook en vind ons leuk op Twitter. Of andersom. Kijk maar.

45 reacties op “De dikke man en de loslopende hond”