Soepdiscussie

Vorige week heb ik in de supermarkt vijf minuten voor het schap met de soep gestaan. Dat kwam niet doordat ik geen keuze kon maken tussen de stevige uiensoep of de stevige bruine bonensoep, maar vanwege een soepdiscussie die ik afluisterde.

Twee meisjes van rond de twintig die waarschijnlijk één of ander uitje met soep voor medestudenten organiseerden, stonden peinzend naar de honderden blikken soep te staren. Ze moesten in totaal veertien blikken hebben, rekende de één de ander voor. En het was voor beiden eigenlijk al wel duidelijk dat er groentesoep en tomaten crèmesoep gegeten zou gaan worden. De vraag was alleen hoeveel blikken er van elke soort soep aangeschaft zouden worden.

Ze kwamen er niet uit. Een 50/50-verdeling ligt natuurlijk voor de hand, maar zo simpel is het niet in uitjes-met-soep-organisator-land. ‘In de groentesoep zitten balletjes’, probeerde de één de ander te overtuigen. En warempel, het lukte: er zouden acht blikken groentesoep gekocht worden en zes blikken tomaten crèmesoep, zo besloten ze na een minuutje delibereren.

Terwijl het ene meisje de blikken groente- en tomaten crèmesoep al opstapelde in het karretje, zag ik het andere meisje opeens met een blik mosterdsoep in haar handen staan. ‘Hmmm, dit is ook wel lekker. Of zouden mensen hier niet van houden?’ Een nieuwe soepdiscussie volgde, maar de mosterdsoep haalde het uiteindelijk niet.

Met een kar vol soep vertrokken de dames uit het gangpad. ‘Wat basilicum is wel lekker bij de tomaten crèmesoep’, hoorde ik de één nog zeggen. Ik ben ze niet achterna gelopen om te luisteren of er zich ook weer een kruidendiscussie zou ontspinnen.

Volg ons op Facebook en vind ons leuk op Twitter. Of andersom. Kijk maar.

Één reactie op “Soepdiscussie”