Bhutanezen in Amsterdam

In de Amsterdamse metro heeft een ijverige machinist leuke feitjes aan de wanden van de coupés geschroefd om ondergronds Amsterdam wat op te vrolijken – en dat is nodig want het stinkt er en je waant je er in de Sovjetunie.

Er hangen bordjes met informatie over steden in de geboortelanden van mensen die inmiddels in Amsterdam wonen. Om aan te geven wat voor geweldige internationale stad met stinkende kutmetro Amsterdam is, vermoedelijk.

Ik maak soms gebruik van die stinkende kutmetro en dan kijk ik altijd wel even naar links. Daar zag ik laatst een bordje dat ging over Washington D.C. Er wonen meer dan 700.000 mensen in Washington D.C., stond erop. Helemaal onderaan het bordje stond ook nog dat er meer dan 6000 Amerikanen in Amsterdam wonen.

Dat is gezellig voor ze, dacht ik. Dan kunnen ze kunnen bijvoorbeeld midden in de nacht met elkaar naar mannen met schoudervullingen kijken die een ovalen bal van gebied naar gebied rennen, zich daarbij volproppend me vet eten, want daar houden ze ook van. En als je één landgenoot niet mag, dan bel je gewoon een ander. Het zijn er toch 6000.

Ik keek naar rechts. Een stad in Bhutan met een moeilijke naam, waar veel minder mensen woonden dan in Washington DC. Onderaan het bordje stond bovendien dat er in Amsterdam maar drie Bhutanezen wonen.

Daar schrok ik van. Want stel dat je er één niet mag en die ander eens een keer ziek is. Dan sta je dus gewoon in je eentje een geit te braden in je kleine kutappartementje buiten de ring.

Plotseling stonk het niet meer ondefinieerbaar in de metro, maar maakte de geur van bedorven geitenvlees zich meester van mijn neus. Binnenkort ga ik eens op bezoek bij een Bhutanees, dacht ik ondertussen. Het zal me benieuwen.

Volg ons op Facebook en vind ons leuk op Twitter. Of andersom. Kijk maar.

Onduidelijke foto van het Bhutanbordje: 

Één reactie op “Bhutanezen in Amsterdam”