Geloven is een hobby

Je krijgt mij niet snel boos. Mijn vrienden weten dat. Die ene keer dat ik in hun bijzijn, nota bene op mijn eigen verjaardag, wel in woede ontstak, staat bekend als ‘Het Pistachenootjesincident’, waarover ik hier niet verder zal uitweiden. Waar het om gaat: mijn woede is een incident. Ik ben geen Donald Duck, die bij het minste of geringste zijn neefjes de huid vol scheldt. Slechts situaties waarin pistachenootjes een belangrijke rol spelen krijgen mij op de kast. En nog iets anders.

Dat ‘iets anders’ gebeurt soms als ik naar de televisie kijk, maar vaker als ik iets lees. Eerder deze week nog. Ik las op de website van Trouw een stuk van de hoog aangeschreven politiek journalist/columnist Hans Goslinga en al halverwege voelde ik mijn bloeddruk langzaam stijgen. Aan het einde kookte ik.

Het was weer eens zover: iemand die door moet gaan voor een intellectueel wrong zich in allerlei bochten om de uitzonderingspositie die het geloof nog altijd heeft in onze (Grond)wet goed te praten. Hij gaf de partijen die in het verleden voor die rare wetten en gebruiken hadden gezorgd – zoals de woorden ‘Bij de gratie Gods’ in de Koninklijke afkondiging van wetten – zelfs een complimentje. Hij schrijft onder andere:

Ik heb al vaker aan de hand van de staatkundige feiten (onder meer crematiewet, echtscheidingswet, abortuswet, euthanasieregeling) laten zien dat de verdraagzaamheid van de christelijke partijen jegens andersdenkenden groter is geweest dan de tolerantie die hun nu omgekeerd ten deel valt. In al die gevoelige kwesties zochten zij steeds het compromis.

Wat is dit voor omgekeerde-wereld-prietpraat? Welk compromis? Jarenlang kon ik niet scheiden als mijn vrouw en ik dat beiden wilden, en moest ik daarna hemel en aarde bewegen om euthanasie af te dwingen wanneer de vrouw bij wie ik van de gelovigen moest blijven me een leven lang uitzichtloos had laten lijden. Een daad van tolerantie van de gelovigen, blijkt nu.

En dan verwijt zo’n Hans Goslinga me als klap op de vuurpijl ook nog dat juist ík degene ben die onverdraagzaam is tegenover de mensen die mij jarenlang een huwelijk met een lekkere leernicht hebben ontzegd vanwege hún moraal! Ík, die af en toe zondag nog steeds op een houtje zit te bijten omdat ik van diezelfde mensen, die op dat moment hun hobby uitoefenen in een groot gebouw met dito lawaaiklok, ook al geen boodschappen mag doen op zondag.

Hobby? Ja, want geloven is een hobby, net als voetballen, breien, duiven houden en winkelen. Met als verschil dat de voetbal, de breinaald, de duif en de winkels niet verzonnen zijn. Maar goed, ik ben wel zo tolerant dat ik iedereen z’n gekke hobby gun. Iedereen gelooft er maar op los, zolang mijn Grondwet maar niet vervuild wordt met het irrationele gezwets dat eruit voortkomt. Gelovigen zouden dezelfde privileges moeten hebben als duivenmelkers – en er staat nergens ‘roekoe, roekoe’ in de Grondwet.

Is het echt allemaal zo simpel? Ja, het is zo simpel. En dat sommige zogenaamde intellectuelen dat niet begrijpen, vind ik onbegrijpelijk en maakt me woest.

Volg ons op Facebook en vind ons leuk op Twitter. Of andersom. Kijk maar.

16 reacties op “Geloven is een hobby”