Bloedneus

Er is mij iets verschrikkelijks overkomen. Op dinsdagochtend, zo rond een uurtje of elf, werd ik getroffen door een bloedneus. Ja mensen, opeens gutste het bloed uit m’n neus. Gutsen, dat is een mooi woord, maar als er iets uit je gutst, dan denk je daar niet aan. Dan zou je het liefst willen dat het gutsen zo snel mogelijk weer stopt. Het was mij niet gegund. Ik werd getroffen door een ernstige bloedneus.

Minstens een half uur bloedde ik. Heel dun bloed, omdat ik mezelf het afgelopen weekend weer te buiten was gegaan aan allerlei alcoholische versnaperingen in het café. Een halve wc-rol bloedde ik vol. Daarna maakte ik van de nood een deugd en bestipte ik nog een wit T-shirt met mijn bloed. Volgend jaar sponsor ik de bolletjestrui in de Tour de France. Mijn bloed zal Johnny Hoogerland goed staan, dat weet ik zeker. Een fijn vooruitzicht voor de zomer.

Hoe langer ik bloedde, hoe meer positieve gedachten er door me heen schoten. Ik was bijvoorbeeld euforisch over het feit dat ik niet elke maand door een bloedneus getroffen word, gepaard gaande met een slecht humeur, pukkels en andere malle fratsen. Buiten regende het en waaide de wind uit zuidwestelijke richting, zag ik aan de takken van de bomen. Dat is ook geen pretje als je op de fiets zit en juist die richting op moet.

Toen stopte het bloeden net zo plotseling als het begonnen was. Ik keek naar de ravage aan bebloed wc-papier en zag zelfs een druppel bloed op de touchscreen van mijn telefoon. De druppel was niet met voldoende vaart op het scherm gevallen om mijn email te openen. In mijn mond proefde ik de metaalachtige smaak van bloed. Straks zou ik waarschijnlijk de verleiding niet kunnen weerstaan en dat irritante bloedkorstje uit mijn neus pulken, met als gevolg een nieuwe bloedneus.

En inderdaad, zo ging het.

Volg ons op Facebook en vind ons leuk op Twitter. Of andersom. Kijk maar.