Fluitende vogels

Door het recente mooie weer heb ik de afgelopen tijd regelmatig in een tuin vertoefd. Niet m’n eigen tuin. Ik heb geen tuin. Daarom ga ik vaak bij wildvreemden in de tuin zitten. De meeste wildvreemden kijken daar eerst wel wat gek van op, maar als je een fles rosé, een kratje pils of een machinegeweer meeneemt, vinden ze het meestal wel prima. Dus daar zit ik dan, in de tuinstoel van een ander. Wat te doen?

Luisteren, dat doe ik vaak. Niet naar de wildvreemde mensen. Dat blijken na een paar zinnen vaak al enorme hufters te zijn. Simpelweg omdat het grootste deel van de mensen op deze aardbol tot de groep ‘hufters’ behoort. Nee, luisteren naar de vogeltjes, dat is wat ik doe bij wildvreemden in de tuin. Gezien de aard van dit zeer invloedrijke weblog zult u nu wel denken dat ik het gefluit van die beestjes onuitstaanbaar vindt, maar dat heeft u weer eens mooi verkeerd gedacht.

Ik luister ontzettend graag naar vogels. Het gefluit van ze gaat de hele dag maar door. In allerlei variaties. Een schitterend schouwspel, waarbij het gefluit van bijvoorbeeld Berdien Stenberg verbleekt tot zielig gedoe met een metalen buis en getuite lipjes. Wat ik me wel afvraag, is wat die vogels elkaar de hele dag te melden hebben. Wie goed luistert, hoort namelijk dat ze op elkaar reageren. Doet de één van ‘fuut-fiiiiieeterdefiiet’, dan hoor je een ander even later reageren met een kort ‘tjup-tjup-tjup’.

Het moet iets betekenen. Klinkt het gefluit van een vogeltje boos maar toch vragend, dan denk ik dat hij misschien iets zegt als: ‘Ahh nee hè! Wie van jullie heeft er nu weer op m’n tak zitten schijten?’ En dan tjup-tjupt er een NSB-koolmeesje terug: ‘Dat was Gerrit, de koperwiek’. Nou, Gerrit natuurlijk in z’n koperwiek geschoten: ‘Hé koolmeeslul, zal ik jou de volgende keer in je snavel schijten, dan houd je misschien eens je bek!’ (in heel kenmerkend koperwieks is dat: ‘sjieh sjiiiieh, sjieh-sjieh-sjieh sjieeeeh!’)

Wanneer het geluid van vogels alleen maar boos klinkt, dan kan het bijna niet anders of ze hebben het over Frits Barend. Dus hoort u in uw tuin een woedende boompieper ‘tsia-tsiatsia-tsia-tsiaaaaaaaaa!’ fluiten, dan krijgt Frits Barend er waarschijnlijk van langs. Hoort u daarna nog een geelgors reageren met een verongelijkt ‘sisisisisisisisi zuuuuuuuuu!’, dan is het heel goed mogelijk dat ook Frits’ dochter Barbara niet gespaard wordt door de vogels.

Naast ruziemaken en de familie Barend uitschelden, fluiten de vogels natuurlijk ook wel eens een vrolijk deuntje. Ik ben er nog niet achter wat het vrolijke gefluit van de vogels precies betekent, maar ik sluit zeker niet uit dat ze dan de baard van Arie Ribbens bezingen.

Volg ons ook op Twitter!

Één reactie op “Fluitende vogels”