De Vismarkt

Elke keer wanneer ik de Groningse Vismarkt oploop vanuit de Guldenstraat bekruipt mij een paradoxaal gevoel. Dat heeft met mijn zintuigen te maken. Met name met de zintuigen die het zien, horen en ruiken faciliteren, te weten het gezichtsvermogen, het gehoor en de reukzin. Alle drie pareltjes van zintuigen, zonder welke ik me totaal geen raad zou weten in de grote boze buitenwereld.

Laat ik met de zintuigen beginnen die mij een positieve prikkel geven bij het oplopen van de Vismarkt: het gezichtsvermogen en het gehoor. Het eerste wat je ziet en hoort wanneer je de Vismarkt vanuit de Guldenstraat op komt lopen is namelijk het beeld en geluid van chaos, veroorzaakt door slechts één zebrapad, bij menig stadjer beter bekend als The Zebrapad From Hell.

Het zebrapad dat de Vismarkt en de Grote Markt min of meer verbindt is het beste bewijs voor de stelling dat de mensheid beter in een hutje op de hei had kunnen blijven wonen, dat slechts sporadisch verlaten hoefde te worden om met een speer een bizon of een ander beest te vangen. Dat was een mooie tijd. Nooit verzamelde zich men toen met driehonderd man op hetzelfde moment op één kruispunt. En dat had een reden: het zorgt voor irritatie. Bij fietsers, bij voetgangers, bij iedereen. Behalve bij degene die op een afstandje, misschien vlakbij de loempiabakker, gaat staan kijken en luisteren.

Ik ben zo iemand. Het schouwspel dat je dan te zien en te horen krijgt is onovertroffen. Piepende remmen, ballen die te hard op stuurstangen terechtkomen, dikke wijven die met negen tassen in hun handen rennen voor hun leven, scheldkanonnades waarbij die van kapitein Haddock verbleken tot een erudiet geformuleerde uiting van zijn ongenoegen, mensen die onhandig naar dezelfde kant uitwijken als ze dreigen te botsen; je ziet het allemaal en het is allemaal even schitterend.

Het paradoxale gevoel treedt pas op als je de veilige loempialucht achter je laat en verder de Vismarkt oploopt. Daar laat het derde zintuig zich pas echt gelden. Wat eerst nog door de loempiageur verbloemd kon worden, komt nu twee keer zo hard binnen via je neus: het besef dat er een reden is waarom de Vismarkt de Vismarkt heet en niet de Loempiamarkt. Ja, het ruikt naar vis op de Vismarkt. Wie het wat subjectiever opschrijft, zou het ook als volgt kunnen formuleren: het stinkt naar vis op de Vismarkt.

De geur van vis wordt door weinigen geapprecieerd, zeker niet als het de geur van duizenden vissen tegelijk is, die verspreid over ettelijke kraampjes de hele dag volop de kans hebben gekregen om van zich te laten ruiken. Slechts de andere twee zintuigen kunnen dat weer een beetje goedmaken: het geluid van de marktkoopman die, schreeuwend met het volume van iemand die op z’n fiets langs Het Zebrapad From Hell moet, z’n vis aan de man probeert te brengen, en het beeld van de dikke Duitser die op zaterdagmiddag een portie kibbeling met heel veel knoflooksaus naar binnen probeert te werken.

Gebruik al uw zintuigen om ons te volgen op Twitter!

6 reacties op “De Vismarkt”