De lente ruiken

Als enige van de vier seizoenen kun je een aanstaande lente ruiken. De andere seizoenen kondigen zich op een andere manier aan. Dat het winter is, merk je als je met bevroren ballen staat te wachten op een trein die niet komt. Herfst voel je: muziek met banjo’s en violen erin is opeens heel mooi. Een zomer kondigt zich aan als je met een roodverbrand hoofd terugkomt van een middagje op het terras zitten.

Maar de lente ruik je. En – ik geef toe, het is nog wat vroeg – vandaag was het zover. Lentegeur. Ik rook ‘em eigenlijk gisteren al, maar ja… wat wil je, ik ben een geoefend lenteruiker. Dat komt door een cursus ‘lenteruiken’, welke ik ooit volgde bij een vrouw die op sandalen liep en gekleed was in een macrobiotisch 6-granengewaad dat ze nooit waste. Toch kon ze als geen ander, dwars door de zweetgeur van haar 6-granengewaad heen, de lente ruiken, en het ‘lenteruiken’ overbrengen op anderen. Ze was de autoriteit op lenteruikgebied.

Inmiddels is deze mevrouw in haar 6-granengewaad, in retraite gegaan bij de Tibetaanse monnik Ghappa Noemibhah de derde, omdat ze in maart 2005 de lente een dag te laat rook. Dit kon ze zo slecht verkroppen dat ze meteen haar ezel uit de schuur haalde en richting Tibet vertrok. Daar probeert ze er nu al mediterend weer een beetje bovenop te komen. Maar dit allemaal min of meer terzijde. Want voor ze zo plotseling naar Tibet vertrok leerde ze mij nog wel ‘lenteruiken’.

Het was in de zwoele zomer van 2002, dat ik de lente leerde ruiken. En ja dat kan, in de zomer de lente leren ruiken. Laat dat maar aan de autoriteit op lenteruikgebied over. Sindsdien kan ik dus de lente ruiken. Een dag eerder dan u. Ik merkte het gisteren nog niet meteen, je bent er als lenteruiker gewoon simpelweg niet verdacht op, zo begin februari. Maar na zo’n vijf minuutjes buiten vertoefd te hebben, ging mijn neus plotseling tintelen. Alle poriën in mijn neus stonden opeens wijd open. Een frisse stoot zuurstof, zoals ik die al in geen maanden had opgesnoven, drong mijn neus binnen: de lentegeur.

Lammetjes. Die zie je opeens hallucinant op je netvlies verschijnen. Je wilt in het gras gaan rollen. Gewoon stilstaan op straat en eens even heel diep inademen. En zelfs de meest verstokte roker voelt bij het inademen van die eerste lentezuurstof de neiging 42 kilometer en 195 meter heel hard te gaan rennen. Of gewoon een tandartsassistente kort, maar heel diep in haar ogen kijken.

Zodra je dat soort gevoelens hebt, weet je dat je de lente hebt geroken.

Nadat je de lente hebt geroken, moet je ons volgen op Twitter!

3 reacties op “De lente ruiken”