Straten en pleinen: de Grote Appelstraat

Eén keer per week parkeert Zwoebe zijn klapstoel in een straat of plein in Groningen en zal hij zijn onomwonden mening geven over de straat of het plein waar hij zich die week heeft opgehouden. Vandaag de Grote Appelstraat. 

Het Groningse equivalent van New York, dat zou de Grote Appelstraat moeten zijn. Na een korte inspectie bleek daar totaal geen sprake van te zijn. Zomaar enkele verschillen tussen The Big Apple en de Grote Appelstraat: New York heeft veel meer inwoners dan de Grote Appelstraat, de Grote Appelstraat ligt niet op drie eilanden, de Grote Appelstraat is niet de meest dichtbevolkte stad van de Verenigde Staten en daarnaast is er ook geen John Smith woonachtig in de Grote Appelstraat. In New York wonen er minstens drie. En dat is nog een voorzichtige schatting.  

Toch is het de bewoners van de Grote Appelstraat ook opgevallen dat de naam van hun straat grote gelijkenis vertoont met de vertaling van de bijnaam van New York. Terwijl ik met mijn klapstoeltje door de straat wandelde – op zoek naar een goede zitplaats – zag ik liefst vier (eentje meer nog dan het door mij geschatte aantal John Smiths in New York dus!) afbeeldingen van een appel met daaronder de tekst ‘The Big Apple’ aan de muur gespijkerd. Het zijn slimme mensen, die heel goed Engels kunnen, daar in de Grote Appelstraat.

Tijdens mijn wandeling door de Grote Appelstraat keek ik ook even naar binnen bij iemand. Ik mag dat graag doen, zomaar voor een raam gaan staan en dan even naar binnen koekeloeren. Worden mensen boos, dan zeg ik ze snel dat ik voor een zeer gezaghebbend weblog schrijf. Is het meestal gelijk weer goed. Behalve die keer toen ik in New York bij ene John Smith naar binnen stond te gluren. Hij pakte z’n boog en schoot een pijl op me af. Hartstikke mis. Schoot-ie zo z’n oma, de toevallig passerende Granny Smith, door het hoofd. Een soort Wilhelm Tell après la lettre, die John Smith.

Zo spannend was het allemaal niet in de Grote Appelstraat. Daar keek ik gewoon naar binnen, zag een vrouw met een laptop bezig – de bewoners van de Grote Appelstraat kennende zal het een Apple zijn geweest – en liep ik weer verder. De vrouw met de laptop had niets in de gaten. Ik zou geheim agent moeten worden, mocht het met schrijven niks worden. Al kan ik me dat nauwelijks voorstellen.

Aangekomen bij een heel treurig klein parkje, middenin de Grote Appelstraat, parkeerde ik mijn klapstoel en ging ik zitten. Treurige parkjes en klapstoelen zijn een beetje voor elkaar gemaakt, vind ik. Er stond ook een boom in het treurige parkje. Het zou gek zijn als het geen appelboom was, maar een echte bomenkenner ben ik niet, dus ga zelf eens kijken, zou ik zeggen.

Zittend in de Grote Appelstraat kwam ik erachter dat niet alleen appels groot zijn in die straat. Een man liet z’n hond uit en de penis van die hond mocht enige naam hebben. Ik complimenteerde hem ermee. Nog diep onder de indruk van de enorme hondenlul liep ik verder, weer met de klapstoel in mijn handen.

Een wonderlijk basketbalnet diende zich aan op de muur van een woning. Eén van krijt. Dat had ik nog nooit eerder gezien, maar mooi vond ik het wel. Ik vroeg me meteen af hoe dat basketbalt, een krijten net. Ik vermoed dat het dan zelfs bij een basketbalwedstrijdje tussen Michael Jordan en Magic Johnson gewoon nul tegen nul blijft. Wel een diepe buiging voor zoveel creativiteit bij de kinderen van de Grote Appelstraat. Daar kunnen hun ouders nog wat van leren met hun Big Apple-bordjes…

Het einde van de straat kwam inmiddels in zicht. Hier bevond zich het magazijn van de Mamamini. Een ideale gelegenheid om mijn klapstoel in te leveren en een nieuwe aan te schaffen voor mijn avontuur van volgende week.

6 reacties op “Straten en pleinen: de Grote Appelstraat”