Voor geen goud zou ik de Koningin willen zijn van dit land. En ook voor andere soorten edelmetaal niet, mocht u dat soms denken. Daar zijn allerlei belangwekkende redenen voor aan te wijzen. Ik zal er hieronder een paar met u bespreken. Dan bent u weer helemaal op de hoogte.
Allereerst ben ik een man, dat is doorgaans niet het meest geschikte geslacht om Koningin te worden. En een geslachtsveranderende operatie zie ik voorlopig nog niet zitten. Zolang dat inhoudt dat mijn penis verwijderd wordt, zult u mijn niet met een groen lakentje over me heen op een operatietafel aantreffen. Geen geslachtsveranderende operaties aan mijn lijf! Dat het even duidelijk is.
Daarnaast moet ik er niet aan denken de hele dag op een troon te moeten zitten. Tronen en ik zijn niet voor elkaar gemaakt. Mijn rug kan het niet aan. Liever lig ik op de bank. Maar goed, dat zal wel weer niet kunnen, de troonrede voorlezen in je oude joggingbroek terwijl je lekker op de bank ligt. Toch zou het mooi zijn: ‘Dit jaar gaan we de crisis allemaal voelen; met z’n allen zullen we hard moeten werken om weer uit de crisis te komen!’, sprak de man op de bank in z’n joggingbroek.
Een derde reden waarom ik geen Koningin wil worden is het kapsel dat er gepaard mee lijkt te moeten gaan. Nimmer zal ik op mijn hoofd lopen met haar dat ook dienst zou kunnen doen als dam in de Oosterscheldekering. Haar dat slechts in de war raakt als er een storm voorbijraast waarvoor de eerder genoemde Oosterscheldekering is gebouwd, zult u echt niet op mijn hoofd aantreffen. Geen haar op m’n hoofd die daar aan denkt! Nu ben ik kaal, dus veel zegt die uitspraak niet, maar toch.
Als dat gedoe met het haar me nog niet overtuigd had geen ambitie te hebben Koningin te worden, dan doet het feit dat Koninginnen stomme zoons hebben dat wel. Een stomme zoon, dat slaat, hoe je het ook wendt of keert, toch terug op jezelf. Citeert hij weer eens Videla, dan zal er altijd wel een bijdehante lakei zeggen: ‘Zeg, die familie van u, is die eigenlijk wel goed bij hun hoofd?’ Daar heb ik geen zin in. Als ik al een zoon wil krijgen, dan is dat gewoon een slimme zoon, die niet de hele dag Videla citeert. Geen Koningin worden is dan het devies.
Echt geen Koningin worden zelfs, want om de haverklap staan er ook wel weer een paar politici op je paleisdeurtje te kloppen. En dat is wel het laatste waar ik zin in heb. Was ik zo’n politicus, ik zou het Koningshuis afschaffen. Elk risico dat ik het per ongeluk, in een onoplettend moment toch eens wordt, zou ik wegnemen.