In de rij bij de supermarkt…

Soms sta je in de rij bij de supermarkt en dan weet je al dat het afrekentraject één lange weg richting de hel wordt. Je kan het zien aan de mensen die voor je staan en aan de caissière. Een oud wijf vlak voor je, daarvoor een dikzak met een snor en achter de kassa een meisje met een blik in haar ogen waar slechts twee letters uit het alfabet uit af te lezen zijn: huh?

Dan weet je dat het wel eventjes gaat duren. Tenslotte kan ook een matige samenwerking tussen je PIN-pas en het apparaatje waar die doorheen moet nog roet in het eten gooien. Het afrekentraject kent vele hobbels.

Zo kan het gebeuren dat het bliepding je product niet herkent. Voorkomend geval vormt een dodelijke combinatie met een caissière die alleen maar huh? denkt. Vaak mondt het uit in een telefoongesprek van de caissière met een figuur die elders in de supermarkt rondloopt. Hij moet dan het product komen brengen, zodat het alsnog gebliept kan worden.

Dit lijkt een goede (doch enigszins tijdrovende) oplossing. Bij het bedenken van deze oplossing is helaas geen rekening gehouden met caissières die alleen maar huh? denken. Daardoor komt het regelmatig voor dat de beschrijving van het product ervoor zorgt dat de vakkenvuller met een blik knakworsten aan komt zetten terwijl er toch echt een mooi stuk ossenhaas op de lopende band ligt.

Wordt het afrekentraject niet verpest door de caissière dan zorgt het oude wijf of de dikzak met snor wel voor oponthoud. Of ze staan al het nikkel uit hun portemonnee te schrapen zodat er een ware muntenverzameling voor de caissière opduikt, of ze zijn het niet eens met de prijs van een product doordat ze de aanbieding verkeerd begrepen hebben. Er is altijd wel wat met die lui.

Statiegeldbonnetjes van 25 cent die te laat worden ingeleverd, een pot doperwten (in het geval van de dikzak een pot mayonaise) die op de valreep nog even keurig op de grond wordt geflikkerd. Het gebeurt allemaal.

Daarom kies ik tegenwoordig zorgvuldig uit in welke rij ik ga staan. Dat je ook dan in rare situaties terecht kan komen, mag wel blijken uit het volgende incident. Nietsvermoedend stond ik achter een vrij normaal uitziende man. Hij kocht een brood, beleg, twee schnitzels, jus d’orange, aardappels en wat groenten. Ook geen probleem leek me zo. Alles liep gesmeerd. Blieperdebliep dacht ik. Tot er een stuk groente afgerekend moest worden.

Daar hoef je deze dagen niet meer zo’n sticker op te plakken; de caissière beschikt over een vernuftige weegschaal en weet zelf wel met wat voor groente ze te maken heeft, is het idee. Mooi niet dus. Ze had geen idee wat voor wit, rond ding ze in haar handen had. Niks aan de hand, dacht ik nog, dat weet de normale man met z’n normale boodschappen wel. Tot mijn grote schrik wist ook hij  het witte, ronde ding niet te identificeren.

Deze tot voor kort normale vent wist dus niet wat voor groente hij even daarvoor in z’n mandje had gegooid. De campagne weet wat je eet’ was duidelijk aan hem voorbij gegaan. Hij had gewoon een groot rond, wit ding zien liggen dat ‘em wel aanstond (ook al gek, want het was een lelijk ding). In een pan met kokend water flikkeren, tien minuten laten liggen, beetje zout erbij en bikken maar, moet de man gedacht hebben. Maar nu stond hij opeens bij de kassa en moest ‘ie zeggen wat het ronde, witte ding precies was. Hij had geen idee.

Wat het ook was, het had inmiddels een hoop ergernis bij mij veroorzaakt. Na een tijdje vertwijfeld naar elkaar te hebben gekeken, maakten ze uiteindelijk maar een einde aan de status quo en besloten ze dat het waarschijnlijk om een koolraap moest gaan. Zonder het te koken was dit ding bij mij al gaar.

2 reacties op “In de rij bij de supermarkt…”