Staande ovaties

Je kan met een gerust hart zeggen dat ik een theaterdier ben. Wekelijks snuif ik mijn portie cultuur in de vaderlandse theaters op: Tineke Schouten in theater De Blauwe Kei te Veghel? Ik ben erbij. Ivo Niehe z’n nieuwe show in De Tamboer te Hoogeveen? De kaartjes liggen al klaar. Ali B in theater De Mythe te Goes? Present!

U ziet het wel, in mij schuilt een waar kunstliefhebber. Vandaar dat ik ook alles van theater en haar voor velen ondoorgrondelijke wetten weet. Ik bespreek er hier één: de staande ovatie. Dat is een gek ding namelijk.  

Zo’n ovatie berust, geheel tegenstrijdig aan wat de heersende opinie op ovatiegebied is, louter op toeval,  en heeft niks te maken met de door de optredende artiest geleverde prestatie.

Dat moet wel, want toen ik in 2006 de eerste theatershow van Ivo Niehe in theater ’t Voorhuys te Emmeloord zag, werd ook hij getrakteerd op een zaal vol staande en tegelijkertijd applaudisserende mensen. Een beter bewijs dat zo’n blijk van waardering (die dus eigenlijk ook geen blijk van waardering is, maar een toevallige samenloop van omstandigheden) niks met de kwaliteit van de show zelf te maken heeft, is er toch niet.

Het komt er simpel gezegd op neer dat één boerenlul, die denkt dat het zaallicht weer aangaat middels het staand in de handen klappen, ervoor kan zorgen dat een hele zaal staand gaat klappen, ongeacht wat ze van de voorstelling vonden.

Het is het groepsgedrag dat we kennen van de lagere school. Wie steekt er als eerste z’n vinger op om een vraag te beantwoorden? Wanneer de eerste vinger eenmaal de lucht in is gegaan, heeft de juf binnen de kortste keren te maken met een klas vol schreeuwende kinderen.

In het theater is men dus ook bang om als eerste te gaan staan. Maar als de eerste eenmaal staat, is de beer los. Dat dit volggedrag wel beperkt blijft tot klappen, merkte ik toen ik onlangs al in de Blauwe Kei te Veghel was beland; ditmaal voor de theatershow van Wortel Kroes. Ook al zo’n rasartiest. Wanneer je na zijn optreden je broek uittrekt en ermee boven je hoofd gaat zwaaien onder het luid roepen van Mugabe, Mugabe, Mugabe! (de Zimbabwaanse vorm van het Duitse Zugabe), doet namelijk niemand je na. Zelfs de grootste Wortel Kroes fan niet. Dat is raar.

Het was ook raarrrr dat Michiel Romeijn geen bijval kreeg…

34 reacties op “Staande ovaties”