Dirk Kuijt

Toen ik in deze column voor de eerste keer de naam van Dirk Kuijt moest typen wist ik even niet of ik Kuyt of Kuijt moest schrijven. Ik koos, na kort nagedacht te hebben, voor Kuijt. Nog tijdens deze kortstondige twijfel moest ik ook aan iets anders denken: de presentatie van Dirk Kuijt bij Liverpool. Daar zei Dirkie vol trots dat de Engelsen z’n naam wel uit mochten gaan spreken als Koit. Wie nu wel eens naar de BBC kijkt, weet echter dat hij door het leven gaat als Kout.

Die situatie is aandoenlijk. Er hoort namelijk nog een ander beeld bij. Dat van Dirk die, vanaf een Katwijkse vissersboot, uitkijkt over de Noordzee en mijmert:‘Ooit wil ik voetballen in het beloofde voetballand en dan kan iedereen mij ‘Koit’ gaan noemen. Ja, dat lijkt me mooi…Dirk Koit, de hard worker’. Misschien kon hij Engeland zelfs al wel zien liggen.

Het sprookje kwam voor de helft uit. De helft die je op het eerste oog niet zou verwachten: op wonderbaarlijke wijze is Dirk Kuijt erin geslaagd z’n mouwen zo ver op te stropen dat Liverpool – dus niet Scunthorpe United of Huddersfield Town – hem enkele jaren geleden contracteerde. Dat klinkt een stuk onwaarschijnlijker dan een dronken Engelsman overhalen eens een keertje Dirk Koit door de kroeg te laten schreeuwen.

Toch is het eerste waar en het tweede niet. Al denk ik dat het tweede ook wel zal lukken wanneer Dirk wat pints uitdeelt in een kroegje in de haven van Liverpool. Maar de mannen die er werkelijk toe doen voor Dirk, die met een lipmicrofoon onder hun neus op Anfield zitten, zeggen Dirk Kout. En dat vindt Dirk Kuijt niet leuk.    

Het voldoet niet aan het beeld dat Dirk voor zichzelf had bedacht in het stripalbum De avonturen van Dirk Kuijt. Want dat is volgens Dirk zijn leven; een stripalbum. Elke avond voor het slapen gaan leest-ie er een stukje uit. En dan ziet Dirk in de tekstballonnetjes boven de commentatoren die z’n naam uitschreeuwen na een doelpunt altijd: ‘Oooh…the hard worker from Catwike does it again. Dirk Koit!’

Het is een soort Wondersloffen van Sjakie, alleen dan zonder wondersloffen. Maar wel met alle clichés uit voetbalstripboeken. Zo ziet Dirk het graag. Hij vindt dat soort romantiek stiekem veel belangrijker dan het voetbal zelf.

Zo ook nu hij bij een nieuw hoofdstuk in het album is aanbeland. Het hoofdstuk waarin hij het in de Europa Cup III (zo heet-ie nog gewoon in het stripboek van Dirk) tegen z’n oude club, FC Utrecht, moet opnemen en als een held wordt binnengehaald. Maar o, rampspoed, hij is geblesseerd geraakt aan z’n schouder. Nadat hij op de training van het Nederlands Elftal een ongelukkige omhaal maakte. Vier weken is hij uit de roulatie en de wedstrijd tegen FC Utrecht is al op 30 september.

Een omhaal en Dirk Kuijt, ik zie dan op z’n minst 6 gebroken nekwervels en een rug die in de kreukels ligt voor me, in plaats van slechts één beschadigde schouder. Misschien komt dat straks nog aan het licht, als een arts die niet bij Oranje betrokken is zich er mee gaat bemoeien.

Zelfs als die diagnose straks niet wordt gesteld, zal het nog moeilijk worden voor Dirk. De tijd tot 30 september is nog maar drie weken. En dat is een week minder dan vier weken. Toch gaat Dirk er alles aan doen om het te halen, zo vertelde hij. Dat moet, anders klopt z’n stripboek straks niet. En dan heeft hij voor niks geoefend op de omhaal die hij straks in de laatste minuut in een continu zijn naam scanderende Galgenwaard zou scoren. Want dat was-ie aan het doen toen hij op de training bij Oranje een bejaarde acrobaat nadeed en verkeerd terechtkwam. Zo hoort het immers in een stripboek.

24 reacties op “Dirk Kuijt”