Marco Borsato

Sinds vanochtend krijg ik steeds meer zin om een emmertje water in de Indus leeg te kiepen. Of om in een speedboot dwars door alle overstroomde hutjes heen te racen. Iets wat ongepast is in het geval van een overstroming in ieder geval. Dat komt door Marco Borsato. Vanochtend opende hij de tv- en radioactie voor giro 555. En als ik zijn hoofd medelijden zie hebben, dan voel ik altijd het omgekeerde.

Vroeger zag je het hoofd van Marco nooit. Het zat verstopt onder de col van z’n coltrui. Dat waren mooie tijden, waarin ik in m’n eentje de hulpverlening tijdens honderden humanitaire rampen heb bekostigd. De orkaan Frits, die in 1987 de binnenlanden van Guatemala grotendeels vernietigde; u heeft er hoogstwaarschijnlijk nog nooit van gehoord. Hetzelfde geldt voor de hongersnood van 1984 in Kenia, de aardbeving die in 1991 Nepal trof en de uitbraak van het levensgevaarlijke chuma-chumavirus in Koelkezië. In 1989 was dat.

Het is allemaal langs u heen gegaan. Van het laatstgenoemde virus en land heeft misschien zelfs wel helemaal nog nooit gehoord. Komt allemaal door mij en mijn genereuze stortingen van respectievelijk 643 miljoen, 389 miljoen, 672 miljoen en 7,2 miljard (het chuma-chumavirus is vrij hardnekkig en Koelkezië is groot, heel groot). De bedragen zijn overigens weergegeven in guldens, dat wel.

Maar het was  ruim voldoende om de bevolking van de desbetreffende landen van de noodzakelijke hulp te voorzien. In Koelkezië konden alle inwoners naderhand zelfs  getrakteerd worden op een salmiaklolly (en Koelkezie heeft veel inwoners, heel veel; zelfs na zo’n levensgevaarlijk virus…). Sinds Marco Borsato echter z’n coltrui fulltime heeft ingeruild voor een T-shirtje van War Child, vertik ik het om geld over te maken.

Die eeuwige frons waarmee hij heel pathetisch staat te vertellen hoe erg het allemaal is, haalt nu eenmaal het slechtste in mij naar boven. Bij de aardbeving in Haïti heb ik een week lang heel hard op de grond staan stampen in de hoop dat het een naschok teweeg zou brengen, en bij de tsunami heb ik drie dagen aan één stuk door bakstenen in de Noordzee staan flikkeren. En dat was midden in de winter hè, het was bar koud toen. Ik had het er voor over.

Nu, bij de overstromingen in Pakistan, dacht ik dat Marco wel thuis zou blijven. Of misschien was-ie wel op vakantie om z’n lievelingshobby uit te oefenen, ironisch genoeg: duiken. Bovendien was z’n bedrijf failliet en was dit toch een beetje een B-ramp. De ideale gelegenheid voor Marco om eens een rampje over te slaan en Dries Roelvink te sturen. Gele zwembroekjes, die kunnen ze wel gebruiken in Pakistan.

Met Dries halfnaakt achter de telefoon had ik zo een paar miljoen overgemaakt. Helaas mocht het niet zo zijn en zag ik Marco Borsato vanochtend op het journaal alweer op paternalistische wijze vertellen hoe erg zo’n overstroming is. Alsof we zelf niet weten dat te veel water niet leuk is. Zoals te veel Marco Borsato dat ook niet is.

9 reacties op “Marco Borsato”