Champions League

Soms wordt hij liefkozend het ‘miljoenenbal’ genoemd; de hoofdredacteur van Voetbal International spreekt echter liever van ‘Sjempjens Liek’, en gelijk heeft hij. Want de Champions League is een gedrocht dat het voetbal niet veel goeds heeft gebracht. Neem nu alleen al de term ‘een lekker Europa Cup-avondje’. Je hoort het Jack van Gelder nooit meer zeggen.

Lekker zegt hij nog wel, daar begint Van Gelder immers zo ongeveer iedere zin mee. Maar na één ‘lekker’ is het alweer tijd voor reclame. Tussen de reclames komt Jack nog even terug, met tegenover zich een zwetende eredivisietrainer die in één minuut op een niet te bedienen analyseapparaatje duidelijk moet maken dat we straks op de looplijnen van Milito moeten letten. Daarna nog even een verplicht interviewtje van de UEFA waarin diezelfde Milito wat Spaans brabbelt maar niets zegt, en we zitten alweer te kijken naar acht jongetjes die een rond doek ter grootte van de middencirkel in de lucht staan te houden.

Ook zoiets, voor het Champions League-tijdperk mocht je in de rust als jongetje van tien nog eens penalty’s nemen op de reservekeeper. Of anders toch zo vaak mogelijk de bal hooghouden in de middencirkel. Nu sta je daar voor de wedstrijd als een veredelde dansmarieke met een stuk stof te wapperen. Wanneer je niet goed wappert komt Michel Platini je hoogstpersoonlijk een pak rammel geven. En o wee als je te lang wappert! De wedstrijd moet wel precies om 20.45 beginnen.

Voor jongetjes van tien en de tv-kijker is de lol er dus wel een beetje af. Misschien dat het dan wat is voor de clubs en de spelers, die Champions League. Op het eerste gezicht zou je zeggen van wel. Hij wordt immers liefkozend ‘miljoenenbal’ genoemd. En miljoenen, daar houden clubs en spelers wel van.

Toch hebben ook de clubs en spelers er moeite mee. Met name Ajax en haar spelers. Ze lijden aan Champions League-angst. Namen als Slavia Praag en FC Kopenhagen hoeven maar op een flip-over te verschijnen en de spelers rennen, al dan niet met een baby in hun armen, gillend naar huis om daar bevend in de foetushouding onder het bed te gaan liggen.

Alles hebben de trainers geprobeerd om ze van die angst af te helpen. Henk Ten Cate heeft zich eens door de voltallige selectie op de middenstip laten jonassen in dat grote, ronde doek waar de tienjarige jongetjes normaal mee staan te wapperen. Het hielp niks. Martin Jol schijnt afgelopen week op de training aan één stuk door de hymne in de oren van El Hamdaoui en consorten te hebben geschreeuwd.

Ook dat zal wel weer niks uitmaken. Ik zie namelijk in mijn glazen bol een corner voor Dynamo Kiev. Het is iets na 22.30. André Ooijer staat te vloeken; hij weet het al…En inderdaad, hij kopt de corner schitterend in de kruising van z’n eigen doel. Geen Champions League.

Erg is dat niet. Ajax hoort groter te zijn dan het verschrikkelijke marketingconcept dat Champions League heet. Dat besef moet nog wel even doordringen. En weer zo’n uitschakeling helpt daar alleen maar bij.

Voor de zekerheid – in het geval mijn glazen bol niet goed werkt – moet de terreinknecht misschien nog even de penaltystip bewerken met een schop, zoals die van Anderlecht gisteren gedaan had. Dan halen ze de groepsfase sowieso niet. Kunnen ze mooi elke woensdagavond tegen Anderlecht spelen. Zonder reclames en zonder wapperende doeken. In het Olympisch stadion, met voor de wedstrijd André Rieu op z’n viool. Veel leuker.

Blijf op de hoogte en volg ons op Twitter.

7 reacties op “Champions League”