Het afzagen van benen

De scheidsrechters zijn gezakt voor hun spelregeltoets, alle sportzaken in Rotterdam zijn verkocht, de clubs met een R, een K en een C in hun naam hebben een plekje gekregen in de Jupiter League (dit blog wordt georganiseerd door de FIFA, dus het biermerk mag ik niet noemen) en godzijdank heeft geen enkele club het in haar hoofd gehaald Aad de Mos een baan aan te bieden: de eredivisie kan weer beginnen!

Voor veel voetballers is dit een vrijbrief om als een jong hondje overal achteraan te rennen. Dat klinkt best lief, als een jong hondje overal achteraan rennen. Is het niet. Voetballers zijn namelijk niet daadwerkelijk jonge hondjes. Nee, het zijn getatoeëerde monsters die vol adrenaline overal achteraan rennen. En als ze ergens bijna zijn, dan springen ze er met twee benen in de zaaghouding op af.

Voetballers hebben alleen het rennen van de jonge hondjes, de rest niet. Ergens met hun schattige pootjes in de zaaghouding op afrennen, dat heb ik jonge hondjes nog nooit zien doen. Zelfs jonge pitbulls niet.  

Jonge hondjes gaan dan ook altijd voor de bal. Gooi zo’n ding een heel eind weg en ze komen er toch altijd wel weer mee terug. Dat gaat het snelst door heel hard te rennen en daarna een beweging richting de bal te maken. Een hondje doet dit meestal met z’n bek. Nou zou ik er niet direct voor willen pleiten dat voetballers dit gedrag volledig gaan kopiëren, maar zelfs dat zou een verbetering zijn van de huidige praktijk.

In plaats van de bal middels een glijdende beweging met slechts één ongestrekt been – waarvan de noppen aan de schoen van de voet niet als 6 potentiële moordwapens omhoog wijzen – proberen te veroveren, springen veel voetballers nu met twee gestrekte benen – waarvan de noppen aan de schoenen van de voeten als 12 potentiële moordwapens omhoog wijzen – naar alles behalve de bal.

Een ingewikkelde zin, maar zo gaat het nu eenmaal. Daar kan ik niks aan doen.

Scheidsrechters kunnen er wel wat aan doen. Ook de scheidsrechters die voor hun spelregeltoets zijn gezakt. Iemand bestraffen die met z’n benen in de zaaghouding ergens op afvliegt, dat is een kwestie van gezond verstand. Helaas ontbreekt dit nogal eens bij het (inter)nationale scheidsrechterskorps, zodat ‘de zagers’ vrolijk door kunnen gaan met hun werkzaamheden. Slechts sporadisch, en daardoor haast willekeurig, grijpt de scheidsrechter naar z’n borstzakje om ‘de zager’ de rode kaart te geven.

Een kaart die mij overigens ook nog niet ver genoeg gaat. Wat mij betreft krijgen ‘zagers’ in de nabije toekomst een blauw-rood-wit geblokte kaart, die ‘een zager’ automatisch voor minstens tien wedstrijden schorst. Als extra straf zal hij de eerstvolgende wedstrijden na z’n schorsing ook in een hele warme blauw-rood-wit geblokte blouse moeten spelen, met bijpassende houthakkersschoenen. En voor de duidelijkheid, dat zijn schoenen zonder noppen.

PS. Zaagvoetballers, als jullie dan toch zo graag iets bij de knieen af willen zagen, vlieg dan tijdens de warming up eens door op Humberto, wanneer hij ons vanaf het veld weer eens als kleine kinderen staat toe te spreken.