Vlinderstrikjes

Lang, lang geleden was er eens een klein groepje Kroatische huursoldaten dat geen weerstand kon bieden aan hun vrouwen voor ze vertrokken naar Gallië om in dienst van Lodewijk XIII een robbertje te vechten. Deze vrouwen gaven hun man een sjaal mee die zij dan weer om hun nek strikten. Tegenwoordig hebben we voor zulks gedrag in Eindhoven een mooi woord: homoseksualiteit.

Toch hebben we het ontstaan van een modern kledingstuk aan deze latent homoseksuele Kroaten te danken. Een afgeleide van zo’n cravatte is zelfs de heersende mode. De stropdas. Zonder zo’n ding word je haast niet meer serieus genomen in sommige kringen. Wanneer je er goed over nadenkt, zou eigenlijk het tegenovergestelde waar moeten zijn. 

Ga maar na, het ding is afgekeken van huursoldaten van een land dat nu voetbalt in een shirt dat ook prima dienst zou kunnen doen als finishvlag op de Olympische Spelen voor kleurenblinden. Echt modebewust zijn ze niet, daar in Kroatië.

Toch heeft de hele wereld de stropdas overgenomen en ‘geperfectioneerd’: het ding zit inmiddels zo strak dat er haast geen bloed meer naar je hersenen stroomt. De kredietcrisis en vele andere problemen hebben we dan ook te danken aan de stropdas. Die wordt immers gedragen door de mensen die de beslissingen omtrent de grote wereldproblemen nemen. Ze doen dat vaak terwijl er amper bloed naar hun hoofd stroomt. Het verklaart een hoop.

Een ander uiterste is PvdA Tweede Kamerlid Hans Spekman. Deze man draagt geen das, dit zorgt ervoor dat er voortdurend genoeg bloed naar z’n hersenen stroomt, maar desondanks draagt hij op z’n zachtst gezegd nogal merkwaardige kleding. Hij negeert met die garderobe alle wetten van de logica.

Doordat z’n hersenen voldoende zuurstof krijgen en dus prima werken, zou hij normaal gesproken juist in staat moeten zijn tot het uitzoeken van normale kleding. Toch trekt hij zonder aarzelen elke ochtend dit, dit en dit kledingstuk over z’n hoofd. Een paradox waar ik niet uitkom. Zo’n gedachtegang volgen is waarschijnlijk alleen mogelijk met een stropdas om je nek. Begrijpt u het allemaal nog…? Doe anders uw stropdas alvast maar iets losser.

Want het wordt nog gekker. Waar Hansie namelijk nog wil afwijken van de stropdassenmeelopers middels een kledingstuk dat ontegenzeggelijk losser zit dan een das (wat een eufemisme), is er ook nog een groep die hetzelfde doel beoogt door iets om hun boord te dragen dat net zo strak als – of zo mogelijk nog strakker zit dan de das. De vlinderstrikjesdragers. Vaak oudere heren die zich ontwikkeld voor willen doen, maar ondertussen knettergek zijn.

Oud-CDA Tweede Kamerlid Jan Schinkelshoek was er zo één. Terwijl Hans Spekman als een vlinder door de Kamer fladderde in z’n gewaad, moest Jan van het CDA steeds even z’n te strakke strikje rechtleggen.

Alle twee werden ze de hele dag uitgelachen door hun collega’s. Zoals dat overigens overal zo hoort te gaan met mensen die in gewaden of met vlinderstrikjes rondlopen. Stiekem dragen ze hem daar zelfs voor. Het enige verschil is dat Hans zich prima voelt in z’n dasloze gewaden, maar Jan zich de hele dag loopt af te vragen waarom hij ook alweer een strikje draagt. Dat is voor hem een lastig te beantwoorden vraag. Een strikvraag.