Het dinggedoe

‘Je ding doen’ is volgens de website www.vaagtaal.nl de grootste taalergernis van 2009. Wonderlijk toch hoe iets tegelijkertijd de grootste ergernis maar ook de meest gebruikte ´uitdrukking´ van 2009 kan zijn. Overal doet wel iemand z´n ding. Laatst zag ik bijvoorbeeld een kerel die midden op een druk kruispunt z´n ballen stond te schrobben met een tandenborstel. Bleek ´ie net bezig z´n ding te doen. Daar doe je dan dus niks aan.

Mensen die hun ding doen, gebruiken die uitdrukking vaak om de meest gekke activiteiten goed te praten. Een gezelschap dat op zondagmiddag verkleed als cowboys een paar keer gelijktijdig in de handen klapt en daarbij een stapje naar voren en opzij doet? Die zijn lekker hun ding aan het doen. Kom je een groepje huisvrouwen tegen die al kwebbelend met twee stokken in hun handen  door het bos marcheren? De kans is groot dat ze hun ding aan het doen zijn. En waag het eens iets te zeggen van mensen die hun ding aan het doen zijn. Dan zeggen ze namelijk dat ieder z’n eigen ding moet doen.

gezelschap verklede cowboys
gezelschap verklede cowboys

Nog erger dan je ding doen, is zeggen dat iets je ding is. In tegenstelling tot  het doen van je ding, gebeurt dit vaak bij doodnormale zaken. Sporten, lezen, reizen; vele duizenden mensen beschouwen het als hun ding. Dat is gek. Normaal gebruik je alleen een bezittelijk voornaamwoord als iets echt van jou is. Einstein bijvoorbeeld, die had het er altijd over dat de relativiteitstheorie zijn ding was. ´Sporten is echt mijn ding´, hoe krijg je het uit je bek, terwijl je met honderd man tegelijk staat te zweten in een strak pakje.

In kookprogramma´s is het ook een vaak gehoorde zinsnede. Vooral het programma ´Wie is de chef´, waarin drie amateurkoks en één chef-kok bij elkaar gaan eten, blinkt hierin uit. Elke week is er wel een penis die tijdens het schoonmaken van de champignons staat te vertellen dat koken helemaal zijn ding is. Vaak nog gevolgd door een ander cliché. Dat hij tijdens het koken even kan bijkomen van een drukke dag werken. Ontspanning door inspanning. Zoiets. Daarna kan hij z´n coquilles met paddenstoelenrisotto met een gerust hart op tafel zetten.

Wanneer er eens een kok is die z´n gasten wat anders dan coquilles voorschotelt, duikt er plots nog een variant op van het ´dinggedoe´. Dan is iets opeens niet hun ding. `Bloemkool is niet helemaal mijn ding´. Deze zegswijze is een eufemisme voor: ´Wat heb je in godsnaam met die bloemkool gedaan, het is niet te vreten. Gatverdamme´. Vervolgens babbelen ze weer lekker door over hoe ze allemaal lekker staan te kokkerellen en waarom het hun ding is.

Als ik dit allemaal zit te bekijken dan kook ik ook, maar dan van woede.

13 reacties op “Het dinggedoe”