HAK en Feyenoord

Je kon het toch zien, vond ik. De invloed van HAK op het spel van Feyenoord. Het won dan wel met 1-0 van FC Utrecht, maar je kon er niet omheen: hier stond een team in het veld waarvan de trainer het boegbeeld is van eten in een potje.

Je zag het aan Lex Immers. Normaal mist hij vol vuur en passie alle kansen, maar nu liep hij als een zacht gekookt worteltje over het veld. Hij kreeg niet eens kansen.

Je zag het ook aan Jean-Paul Boëtius en Tonny Vilhena. Onbevangen en enthousiaste talenten die normaal gesproken over het veld dartelen, maar er nu bijliepen als twee slappe sliertjes rode kool.

Je zag het aan Bruno Martins Indi. Normaal de donkere rots in de branding in de Rotterdamse defensie; nu een melig wit boontje in tomatensaus.

Zelfs het veelgeroemde legioen, dat normaal gesproken het stadion op haar grondvesten doet schudden, klonk alsof het collectief vieze andijviepap in de mond had.

Maar je zag het vooral aan Pelle. Vol minachting stond hij op het veld. Hij dacht aan doperwtjes en keek vies naar rechts. Naar de zijlijn, waar een dikke rode biet stond te schreeuwen. Er is voor altijd iets kapot in de verhouding tussen hem en de dikke rode biet. Je moet tegen een Italiaan niet over HAK beginnen.

Er hing kortom, ondanks de drie punten, een deken van veel te gaar gekookte groente in een potje over De Kuip.

Volg ons op Facebook en vind ons leuk op Twitter. Of andersom. Kijk maar.

5 reacties op “HAK en Feyenoord”