Z’n hoofd was roder dan ooit en vloekte met het oranje haar erbovenop, dat ook anders leek te zitten dan vorig seizoen. Voor de rest was er niet zoveel veranderd. Ronald Koeman zei nog steeds heel vaak ‘okay’ en ‘kool’, waarmee hij niet een plant uit de kruisbloemenfamilie bedoelde, maar een doelpunt of het doel zelf.
Gelukkig maar. Het zou toch wat zijn als voetbaltrainers ineens normaal gaan praten. Voetbaltrainers praten al jaren voetbaltrainers, een taal die je niet kunt leren als je geen slecht gestrikte stropdas draagt. Het is ook een taal met meer dialecten dan het Chinees; er zijn evenzoveel dialecten als er trainers zijn. Ronald Koeman heeft het over een ‘kool’, terwijl Mario Been bij voortduring nogmaals zegt als hij iets voor de eerste keer te berde brengt. Fred Rutten heeft het over ‘geil op de gool’ zijn.
Er is eigenlijk maar één overeenkomst tussen de verschillende dialecten voetbaltrainers: bij allemaal worden er ingewikkeld klinkende woorden in een willekeurig aandoende volgorde gezet. Ronald Koeman trakteerde ons zondag na een paar ‘okays’ en ‘kools’ op een instant klassieker. ‘Kwaliteit voldoet aan zoveel facetten’, zei hij na kort te hebben nagedacht over de vraag/constatering van interviewer Arno Vermeulen dat Feyenoord kwaliteit tekort leek te komen tegen PEC Zwolle.
‘Kwaliteit voldoet aan zoveel facetten’, ik zonk weg in gedachten toen ik het hoorde en kon maar geen grip krijgen op de zin. De vijf woorden bleven door m’n hoofd zweven zonder te landen. Ze voelden als een blik met lekkere koekjes op de hoogste plank, waar je op je tenen net niet bij kunt.
Pas toen het kapsel van NAC-speler Jordy Buijs in de samenvatting erna vol in beeld kwam, kon ik de woorden van Koeman weer van me afschudden. Ook het als drol gecoiffeerde plukje haar bovenop het hoofd van Buijs gaf stof tot nadenken. De conclusie: veel kapsels van voetballers zijn als het taalgebruik van hun trainers. Ingewikkeld, maar het slaat nergens op.
Volg ons op Facebook en vind ons leuk op Twitter. Of andersom.