Het hysterische wijf in de bus

Ze kwam bellend binnen in de bus naar Utrecht. Praatte luider dan nodig in een Oostbloktaaltje met meer medeklinkers dan klinkers. Ze switchte naar het Nederlands met een Noord-Hollandse tongval. Aan het volume veranderde niks, zodat ik goed kon horen dat aan de andere kant van de lijn iemand de tv niet aankreeg en de Oostblokmevrouw die ook Nederlands kon spreken de tv vanuit de bus ‘aan moest praten’.

De bus reed weg bij het station en het wijf schreeuwde door. ‘Ja, ik ken dat vanaf hier toch ook niet weten!’ Ondanks die conclusie ging ‘het gesprek’ nog even door. Daarna hing ze op, keek verdwaasd om zich heen en tetterde: ‘Oooo, Is dit de bus naar Utrecht?’

Nog voor iemand ‘ja’ of ‘stom wijf’ had kunnen zeggen, waggelde ze naar voren, naar de buschauffeur. ‘Ik moet naar Uithoorn. Wat nu?!’ De buschauffeur mompelde zoals alleen buschauffeurs dat kunnen iets wat neerkwam op ‘uitstappen, stom wijf’, hetgeen ze bij de eerste de beste halte ook deed.

Vlak voor ze de bus verliet, gaf ze zichzelf nog een complimentje door tegen de chauffeur te zeggen: ‘Goed dat ik het hier nog zie, en niet pas in Utrecht.’ Ja, inderdaad, heel goed, mevrouw. De bus reed weer verder, nu zonder hysterisch wijf aan boord. Die stond bij een godverlaten halte in de middle of nowhere. Dat was een geruststellende gedachte.

Volg ons op Facebook en vind ons leuk op Twitter. Of andersom. Kijk maar.