Kutje-pik-andijvie

Er is een tijd geweest dat ik heel veel kutje-pik-andijvie zei. Als ik bijvoorbeeld de bus naar school had gemist, schopte ik tegen de bushalte en riep ik hard: kutje-pik-andijvie! Als ik een vier op mijn wiskundeproefwerk had gehaald, dan was dat ook behoorlijk kutje-pik-andijvie. Zelfs als mijn moeder ‘s avonds een andijviegerecht op tafel zette, dacht ik kutje-pik-andijvie. In die tijd lustte ik nog geen andijvie.

Waarom ik precies kutje-pik-andijvie zei, weet ik niet meer. Ik weet nog wel dat het kut-met-peren-tijdperk eraan voorafging. Dan zei en dacht ik bij alle voornoemde zaken uit de eerste alinea ‘kut-met-peren’. Ik lustte overigens al wel peren toen. Mmmm, jammie, peren!

Ik ben achteraf blij dat het kut-met-peren-tijdperk gevolgd werd door een kutje-pik-andijvie-periode, want goed beschouwd is dat een veel fijnere term. Eerst die kut, dan de pik, en dan opeens die andijvie. Daar zet je mensen echt mee aan het denken. Bij kut-met-peren is dat anders. Dan denken mensen al snel: tsja, kut met peren…, het zal wel. Kutje-pik-andijvie beklijft. En dat is mooi.

Toch ben ik ooit weer opgehouden met kutje-pik-andijvie zeggen. Ik denk dat het de slechtste beslissing uit mijn leven tot nu toe is geweest. Kutje-pik-andijvie!

Volg ons op Facebook en vind ons leuk op Twitter. Of andersom. Kijk maar!

3 reacties op “Kutje-pik-andijvie”