Scheidsrechterstrainingskamp

Een groepje mannen in dezelfde rode shirts. Ze staan geconcentreerd in een cirkeltje. Het lijkt een belangrijke cirkel. Ze trippelen. Dan, uit het niets, is de cirkel geen cirkel meer en fladderen de rode mannen uiteen. Hard sprintend, een paar richting de camera van de NOS. Dit zijn de Nederlandse scheidsrechters uit het betaalde voetbal die een loopoefening doen. In het Turkse Belek. Op trainingskamp dus. Net als de voetballers. De NOS is erbij voor een reportage.

Even later in die reportage wordt de jonge scheidsrechter met de moeilijke naam geïnterviewd. Serdar Gözübüyük zegt dat hij in de tweede seizoenshelft meer met z’n personality wil gaan fluiten. Na het interview met de Ivo Niehe van het voetbal zien we Kevin Blom en Pieter Vink achter een laptop. Ze wijzen op bewegende beelden en vragen een journalist of hij het ook buitenspel vindt. Nee. Een discussie volgt. Kevin Blom gebruikt moeilijke woorden en is zich bewust van de camera.

Dick van Egmond, de scheidsrechterbaas, deed ook nog een duit in het zakje en gebruikte de term aanstellingsbeleid, dat onder andere vorm wordt gegeven middels tactische aanstellingen.

Meer kreeg het gewone volk niet te zien van het scheidsrechterstrainingskamp. Maar het kan niet anders of in het zaaltje naast Kevin Blom, de laptop en de moeilijke woorden werd een clinic tafelzitten gegeven. Voor de vierde officials. Je moet wel wat uitstralen achter zo’n tafel, immers. En ook het loopje wanneer een trainer weer z’n vak ingestuurd moet worden, kun je niet aan het toeval overlaten. Voor je het weet, glij je uit, en dan neemt niemand je meer serieus.

En serieus is het, de scheidsrechtersbusinessbranche. Tenminste, dat is wat de KNVB ons wil doen geloven met het trainingskamp, vermoed ik. Geen rondjes meer rennen en een piepjestest in een oude sporthal met schimmel aan het plafond, maar moeilijk doen onder palmbomen. Geen gehaktballen met jus voor de heren scheidsrechters, maar sportvoeding.

Voor mij werkt het averechts. Ik kan er niet naar kijken zonder te lachen. Alsof een figurant in een film met Brad Pitt en George Clooney met een zonnebril en een petje op de set rondloopt om niet herkend te worden. En alsof die figurant een bak met louter blauwe M&M’s eist in de kleedkamer die hij niet heeft. Daar doet het me aan denken. Moeilijk doen en niet doorhebben dat de rest van de wereld er om moet lachen. Overcompensatie van het lulletje rozenwater-imago.

Hou daar mee op, heren scheidsrechters! Wees gewoon je eigen lullige ik en denk als Barry van Aerle en Ruud Heus vroeger: het draait niet om ons, de anderen zijn de sterren. Misschien kunnen Barry en Ruud een clinic geven.

Volg ons op Facebook en vind ons leuk op Twitter. Of andersom. Kijk maar.