Een ritje in de rolstoel met Gerro Kuiken

Vanochtend wilde ik iets geks doen en tevens een goede daad verrichten. Alras vond ik mezelf terug bij de balie van een middelgroot bejaardenhuis in de stad Groningen. Of er geen bejaarde in een rolstoel was die met me uit rijden wilde. Nou, dat bleek nog niet zo eenvoudig te zijn; er stond die ochtend net een workshop eischilderen op het programma. Maar volgens baliemevrouw Tanja moest bewoner Gerro Kuiken daar niks van hebben en was hij ook nog eens zeer slecht ter been. De ideale kandidaat.

Tanja en ik haalden Gerro op van zijn kamer en zetten hem in een rolstoel. Geheel zonder morren ging dat niet; Gerro zat naar een documentaire over haaien te kijken op National Geographic. Toen ik echter een mop vertelde over een pastoor, drie negers en een gebakken ei klaarde z’n humeur direct op. ‘Dat filmpie over die viss’n loat’n ze vast nog wel een keer zien’, aldus Gerro. En zo is het maar net.

Even later duwde ik Gerro al voort over het Groningse trottoir. Bij een vijver hielden we stil. Gerro zag een kikker en moest huilen. Ik gaf hem een Fisherman’s Friend en vroeg wat er aan de hand was. Het was iets van vroeger. Hij had ooit voor het eerst met een meisje gezoend in het bijzijn van tientallen luid kwakende kikkers, zo vertelde Gerro. Daar moest hij nu, bij de aanblik van deze kikker, aan terugdenken.

Hilda Holbertsma, zo heette ze. Met het geheugen van Gerro was nog niets mis. Gerro was 17 geweest en Hilda 15, maar ze had toch al ferme borsten, vertrouwde Gerro me toe. Hij had er, terwijl de kikkers maar door bleven kwaken, nog in geknepen. Verder wilde Hilda op dat moment niet gaan. En dat had Gerro gerespecteerd. Zo ging dat in die tijd. Er waren nog geen Breezers.

Het zoenen tussen de kikkers was de laatste herinnering die Gerro aan z’n meisje had. Hilda woonde namelijk niet in het dorp van Gerro. Ze was er die zomer slechts op bezoek. Bij oom Deddo en tante Lamke. De dag na hun eerste zoen vertrok ze zonder afscheid te nemen weer naar Alblasserdam, waar haar ouders woonden. Nooit meer hoorde hij wat van haar. Hij schreef wel brieven, met plaatjes van kikkers erop geplakt, maar volgens Gerro onderschepte oom Deddo die en kwamen ze derhalve nooit aan bij Hilda. Een treurige geschiedenis.

Ik droogde de tranen van Gerro en vroeg hem of hij misschien een borreltje lustte in het café. Daar had Gerro wel oren naar. In het café vertelde hij verder over Hilda. Hoe ze kon lachen om zijn grapjes, met kuiltjes in haar wangen. En hoe ze die lange, hete zomer van 1947 ’s avonds altijd de hond van oom Deddo en tante Lamke uitlieten. Hij genoot als Hilda met de hond meerende. Haar borsten deinden dan als een schip in zwaar weer op en neer. Op het moment dat Gerro dat zei, kwam er net een hond het café binnen, die Gerro enthousiast aan z’n kruis begon te ruiken. Het werd hem allemaal weer even te veel.

Na opnieuw z’n tranen gedroogd te hebben, vertrokken we. Het was mooi geweest. Gerro Kuiken wilde naar huis. Gewoon naar de haaien kijken die op tv waren. Zonder herinnerd te worden aan Hilda, het meisje van z’n dromen. Op de weg terug naar het bejaardenhuis stond Gerro erop dat ik halt hield bij een pinautomaat. Hij wilde me belonen voor deze ontroerende middag. Gerro pinde 250 euro en overhandigde het volledige bedrag aan mij.

Nadat ik Gerro weer aan Tanja had overgedragen, besloot ik dat ik de 250 euro zou schenken aan Padden- en  kikkeropvang De Pollen in Vriezenveen. Twee goede daden op één dag.

Volg ons op Twitter!

Een pinnende Gerro Kuiken:


6 reacties op “Een ritje in de rolstoel met Gerro Kuiken”