Straten en pleinen: de Grote Markt

Eén keer per week parkeert Zwoebe zijn klapstoel in een straat of plein in Groningen en zal hij zijn onomwonden mening geven over de straat of het plein waar hij zich die week heeft opgehouden. Vandaag de Grote Markt.

Het nuttige en het aangename verenigen, dat dacht ik toen ik het plan opvatte mijn klapstoel midden op de Grote Markt te parkeren. Nuttig omdat er weer zo’n prachtverhaal over een straat of een plein zou ontstaan en aangenaam omdat ik alvorens m’n klapstoel te parkeren op de Grote Markt van plan was één van de vele horeca-etablissementen aan de Grote Markt te frequenteren.

Mijn keus viel op Café Der Witz. Ik vind Café Der Witz een fijn café. Dat komt onder meer doordat ze er bier schenken. Schenken ze in een café bier, dan vind ik het al snel een fijn café. Ik vind veel cafés fijn, zou dan een conclusie zijn die op de loer ligt. En dat klopt. Maar er zijn heus ook wel cafés die ik niet fijn vind. Ik kan er zo snel niet één bedenken, maar ze zijn er echt. Geloof me.

Nu moeten de niet-bierliefhebbers zich niet direct af laten schrikken door de vorige alinea. Ook voor andere dranken dan bier bent u in Café Der Witz aan het juiste adres. Wijn, appelsap, cola, Jägermeister, sinas, koffie, sherry, warme chocolademelk, bitter lemon, Baileys, bronwater, jus d’orange, graanjenever…Alles hebben ze er wel. Je kunt het zo gek niet verzinnen. Gestremde paardenmelk. Zul je altijd zien, kan ik het zo gek wel verzinnen. Nou goed, ze hebben er bijna alles. Tot zover mijn lofzang op Café Der Witz (waar ik overigens geen stuiver voor krijg van Café Der Witz, mocht u dat soms denken).

Want hoe fijn een café ook is en hoe zeer je ook van bier houdt, op een gegeven moment heb je genoeg gehad, en is het tijd om in je klapstoel te gaan zitten. Bij mij komt dat punt meestal als ik met m’n broek boven m’n hoofd loop te zwaaien en willekeurige vrouwen voor transseksueel begin uit te maken. In zeker negentig van de honderd gevallen blijkt het dan later helemaal niet om een transseksueel te gaan, overigens. Je zou ook kunnen betogen dat wanneer je willekeurige vrouwen voor transseksueel uitmaakt en het in tien procent van de gevallen klopt, je het nog niet eens zo slecht doet. Dit wederom terzijde.   

Maar goed, naar buiten dus. Zitten. Midden op de Grote Markt. Dat bleek een vrij slecht idee te zijn zo rond een uurtje of 2.00 op zaterdagnacht. Ik had net een aantekening gemaakt over die wonderlijke toren in een hoek van de Markt en had geconcludeerd dat het misschien geen slecht idee zou zijn om aan de oostwand iets te bouwen met zowel een debat-, bibliotheek-, museum-, bioscoop- als horecafunctie, toen een groep van acht jongemannen het nodig vond mij met klapstoel en al boven hun hoofden te gaan jonassen.

Om een lang verhaal kort te maken: niet veel later bevonden mijn klapstoel en ik zich ineens bovenop een taxibusje dat koers zette naar Stadskanaal. Zo rustig als mogelijk is wanneer je met 100 kilometer per uur in een gammel klapstoeltje bovenop het dak van een taxibusje zit, heb ik de jongeheren nog proberen uit te leggen dat ik nog lang niet klaar was op de Grote Markt en ik zo geen fatsoenlijk stukje kon schrijven. Hun reactie was eenduidig: ‘Homooooooooo’. Waarschijnlijk waren zij willekeurige mannen voor homo aan het uitmaken. Kortom, ze hadden ook genoeg bier gehad en waren dronken.

2 reacties op “Straten en pleinen: de Grote Markt”