Boer zoekt vrouw kijken met je moeder

Ik heb geen auto, terwijl ik dit weekend wel naar een, per openbaar vervoer, schier onbereikbaar oord diende af te reizen. Het gevolg was dat ik een auto heb geleend. Die van mijn ouders. Als je iets leent, breng je het ook weer terug. Zeker een auto. Het vervoermiddel om het terug te brengen, heb je dan al, immers. Met bijvoorbeeld een bezem ligt dat anders. Dat is geen vervoermiddel. Behalve voor heksen.

Nou ja, hoe het ook zij, ik zat gisteravond dus op de bank bij m’n ouders, en de auto stond weer keurig in hun garage. Dat werd Boer zoekt vrouw kijken. Niet voor de auto, wel voor mij. Normaal kijk ik daar niet echt naar. Er moeten ook mensen zijn die geen Boer zoekt vrouw kijken, vind ik. Ik offerde me altijd graag op om die mening kracht bij te zetten. Nu keek ik wel, met een kopje thee in m’n handen en m’n moeder naast me.

Het bleek een vermakelijk uurtje te worden. Niet eens zo zeer door de boeren en hun vrouwen (of de boerin en haar mannen). Al blijft het kijken naar zwijgende mensen op een date iets fascinerends. Alsook iemand die bedenkt dat het handig is een groot stuk taart te gaan eten tijdens een speeddate. Daar zit je dan met je bek vol taart te vragen of de dame tegenover je toevallig ook nog hobby’s heeft. Mooi.

Het was zelfs niet de boer die, nog voor hij z’n potentiële vrouw ook maar begroet had, aangaf dat er wel zo snel mogelijk kleine boertjes op de wereld gezet moesten worden. Dat boeren hun dieren vaak als productiemiddelen zien was bekend, maar ook hun vrouwen worden blijkbaar zo behandeld.

Dan was er ook nog een man, die naar eigen zeggen spontaan was, tegenover boerin Annemarie zat en de volgende quote produceerde: ‘Ik ben altijd aan het werk. Is het niet op de boerderij, dan wel ergens anders’. Op de één of andere manier vond ik dat een fijne quote. Vermoedelijk doordat deze stugge Fries in mijn hoofd naar de supermarkt ging om boodschappen te doen, maar daar na vijf minuten alweer de vakken stond te vullen naast een verbaasde puber. Altijd aan het werk.

Heel  fijn allemaal, maar het draaide uiteindelijk toch allemaal om de interactie tussen de tv en mijn moeder. De tv liet boer Richard zien en mijn moeder ontstak in woede. Had er in de woonkamer een bijl gelegen en zou boer Richard er op een stoel hebben gezeten, dan was het hoofd van Richard sinds gisteravond verleden tijd geweest. Nu ligt er normaal gesproken geen bijl in de woonkamer van mijn ouders, en zit er in plaats van een Richard een Harry op een stoel; geen in stukken gehakt hoofd dus.

Wel werd er tegen de tv gepraat. Richard was een flapdrol. En een arrogante kwal. Voor mijn moeder zoiets zegt, moet je het wel heel bont maken. Om dit even te illustreren: zelfs Humberto Tan krijgt die woorden niet naar z’n hoofd geslingerd. Richard dus wel. En terecht, hij is ook een penis, zoals ik dat liever placht te zeggen (flapdrol vind ik te grof).

Deze penis wist, tijdens een speeddate met een Amerikaanse, bijvoorbeeld niet wat het Nederlandse woord voor ‘turtle’ was. Als grapje zei hij toen maar dat het kip was. Wat precies de humor achter deze opmerking was, weet ik niet, maar hij moest er zelf hartelijk om lachen. Ik niet, mensen die het Nederlandse woord voor ‘turtle’ niet kennen, kunnen bij mij geen goed meer doen.

Volgens mijn moeder zou het ook niks worden tussen de flapdrol en de Amerikaanse, ze zouden geen turtleduifjes worden. Een opmerking waarvan ik de humor wel begreep.

Boeren zullen tegenwoordig ook al wel twitteren. U ook? Volg ons!

8 reacties op “Boer zoekt vrouw kijken met je moeder”