Het jachtluipaard

Met het heengaan van Nel Veerkamp is het jachtluipaard in Nederland voorgoed uitgestorven, maar ook in de rest van de wereld gaat het niet goed met hem. En met de rest van de wereld bedoel ik dan nu eventjes Afrika en Iran, want alleen daar komt het jachtluipaard nog voor.  Nu is Afrika zo klein niet, dus dat biedt nog wel enig perspectief. Maar toch moeten we uitkijken, of het jachtluipaard verdwijnt.

En dat zou nogal jammer zijn, want hij is het snelste landdier ter wereld. Nu zou er na zijn uitsterven ook wel weer een nieuw snelste landdier ter wereld opstaan, maar dan loop je dus wel mooi de kans dat het zo’n waardeloze antilope is. Of nog erger, een struisvogel. Daar moet ik voorlopig nog even niet aan denken; vandaar dat ik me erg inzet het jachtluipaard te behouden voor de planeet aarde. Dat blijkt onder meer uit het feit dat ik zelden tot nooit een jachtluipaardbiefstukje in de pan gooi.

De naam van een jachtluipaard bestaat eigenlijk uit drie woorden. Jacht, lui en paard. ‘Jacht’ begrijp ik, het beest verzamelt z’n eten middels jacht. U kent de beelden vast wel van National Geographic, ze worden elke week minstens een paar keer uitgezonden: een luipaard met een hoedje op, een pijp in z’n bek en geweer om de schouder. Nog een flesje drank erbij, en dan maar gazellen, impala’s en springbokken neerknallen. Daarna snel nog even een lekker cranberrysausje in elkaar draaien en smikkelen maar!

Van het woord ‘lui’ begrijp ik al minder. Een dier dat in vier seconden van nul naar honderd gaat, is volgens mij niet lui. Maar misschien zit ik ernaast en voert het jachtluipaard verder geen flikker uit. Nu ik het zelf zeg; in die reclame voor Cheetos zit er wel de hele tijd een jachtluipaard met zonnebril op een bank chips te eten. Ze zullen toch niet zomaar wat geks bedenken in tv-reclames? Nee, dat doen ze niet. Jules Deelder staat in het echt ook de godganse dag kleding te wassen met Robijn. Lui is het jachtluipaard dus wel.

Een paard is het allerminst. Dat gaat er bij mij echt niet in. Als er twee dieren niet op elkaar lijken, dan zijn het wel een paard en een jachtluipaard. Zo worden er van jachtluipaarden geen frikandellen gemaakt, is het jachtluipaard geen turntoestel en vinden we hem ook al niet terug op het schaakbord.

Voor wie nu nog niet wil geloven dat jachtluipaarden niks met paarden te maken hebben: het jachtluipaard springt ook nooit over een hek met drie balken, waarachter een waterbak opduikt. Het jachtluipaard is niet gek; hij loopt er gewoon omheen. Paarden niet, die zijn wel gek en springen over de hindernis, terwijl dat toch echt niet hoeft. Naast de hindernis is vaak een zee van ruimte.

Het dansen in zandbakken, dat sommige paarden doen, is ook niks voor het jachtluipaard. Dat is wel weer jammer. Zou het niet mooi zijn als Anky van Grunsven met haar hoge hoedje bovenop een jachtluipaard zit, dat jachtluipaard drie keer heel mal van de ene kant naar de andere kant van de zandbak huppelt, en daarna Anky lekker opsmikkelt? Misschien wel weer met een cranberrysausje. Zonder is ook goed trouwens.

8 reacties op “Het jachtluipaard”