Rugnummers

Soms horen dingen bij elkaar. Een keeper en z’n handdoek bijvoorbeeld. Vlak nadat hij met z’n noppen de doelpaal doormidden heeft geschopt hangt hij deze op in het net. Hierna gaat hij negentig minuten lang staan schelden op spelers die hem toch niet horen. Ook dat hoort bij een keeper. Hij draagt hierbij het shirt met het nummer 1 erop.

Tenminste, meestal. Sinds profvoetballers vaste rugnummers hebben, zien we ook wel eens een keeper schreeuwen met nummer 18 op z’n rug. Of 27. 16 kan ook. En zelfs 19, 29, 15, 31 of 22 behoren tot de mogelijkheden. Z’n dochtertje hoeft maar geboren te worden op de 27e van een maand of zo’n keeper staat het volgende seizoen met een 2 en een 7 achterop z’n shirt ballen tegen te houden.

Is dit erg? De realist in me schreeuwt NEEEEE!, maar net als de schreeuwende keeper wordt die zelden gehoord. De nostalgicus overstemt hem. Die vindt dat je helemaal geen ballen kan tegenhouden met een 2 en een 7 op je rug. Hoeveel dochtertjes er die dag ook geboren werden.

Nu valt het met de keepers nog wel mee; doorgaans zijn dat nuchtere jongens die zich niet gek laten maken door een dochtertje meer of minder. Bovendien worden dochtertjes van keepers bovengemiddeld vaak op de 1e van een maand geboren. Behalve in een schrikkeljaar natuurlijk, maar dat is het slechts één keer in de vier jaar. Gevolg is dat bij de meeste clubs nog wel iemand met het nummer 1 op de rug z’n handdoek staat te verdedigen.

Het zijn de veldspelers die er een zooitje van maken. De gekste dingen kom je tegen. Een rechtsback met nummer 63 die een linksbuiten met nummer 41 tegen de reclameborden werkt. Zo hoort het niet! Linksbuitens tegen het reclamebord werken doe je als rechtsback maar mooi met nummer 2 op je rug! Bij de linksbuiten staat uiteraard een sierlijke 11 achterop het shirt.

En dan is dit willekeurige en bedachte voorbeeld zelfs nog minder zorgwekkend dan hoe het er werkelijk aan toe gaat op de nationale en internationale velden. Zo liep de voorstopper van Arsenal, de bonkige William Gallas, jarenlang met nummer 10 een spits te dekken. Een schande voor het nummer 10. Zeker bij Arsenal. Gelukkig hangt dit shirt het komende seizoen weer om de schouders van iemand die het nummer waardig is. Die van Robin Van Persie.

Bij Arsenal lijken ze dus weer bij zinnen te zijn gekomen. Mijn nostalgische hart ging weer even rustig kloppen…Tot ik afgelopen zaterdag naar de seizoensouverture van PSV keek. Marcus Berg moet deze jaargang doelpunten gaan maken met een 6 op z’n rug. Dat is de wereld op z’n kop. En het shirt op z’n kop. Een spits speelt met nummer 9.

Let maar op, Marcus Berg raakt helemaal niks met dat nummer 6 van ‘em. Ja, misschien een paar hoofden waar hij met z’n elleboog ‘per ongeluk’ tegenaan loopt. Jan Wouters, dat was een nummer 6.

21 reacties op “Rugnummers”