De wandelvierdaagse

Elk jaar verbaas ik me weer over de Nijmeegse wandelvierdaagse. Ik kan er maar niet bij dat er weer 40.000 mensen zijn die in georganiseerd verband vier dagen achter elkaar een stukje gaan wandelen. Vooral omdat bij de meesten dat georganiseerde verband al na één dag om hun voeten is gewikkeld: blaren.

Hou dan maar eens vol dat je het allemaal voor je plezier doet. Dat is moeilijk; zeggen dat je ergens plezier in hebt terwijl je twee open, etterende wonden onder je hebt hangen. En dan maar weer lekker je enorme wandelschoenen om die zielige hoopjes vlees met tenen eraan zien te wurmen. Je moet door. Je kruisje halen. Of zoals de organisatie het zonder enig gevoel voor understatement noemt: Het Kruis voor betoonde marsvaardigheid.

Zo’n naam voor een lullig stukje metaal zegt eigenlijk al genoeg. Hier lopen minstens 20.000 mensen die zichzelf te serieus nemen. Tuurlijk, er is ook een groep die zo’n vierdaagse ziet als een goed excuus om na dag vier eens even flink te gaan zuipen. Ook een beetje gek, maar ach…mensen, en dan vooral Nederlanders, verzinnen nou eenmaal de gekste dingen om een feestje te kunnen vieren. Voor een team dat zich naar de tweede plaats van de wereld heeft geschopt, stonden niet zo lang geleden ook nog 700.000 bossen wortels in de file. Alcohol en de schreeuwende behoefte eraan doen vreemde dingen met een mens.

De echte gekken zijn echter de mensen die om vier uur ’s nachts heel gefocust van hun stretcher rollen, hun neuspleister voor een optimale zuurstofopname opplakken en het heel serieus op een wandelen zetten.

Vanochtend zag ik er op het journaal een paar lopen. Geconcentreerd wikkelden ze elke pas goed af. Dat was belangrijk. Dat had hun wandelcoach gezegd. Zorgvuldig afwikkelend wandelden ze ook langs een bevoorradingspost waar een lief meisje stond met wat glaasjes water op een dienblad. Hier gebeurde wat voor mij de gekte van deze mensen symboliseert.

Zonder op of om te kijken naar het lieve meisje gristen ze een glas water van het dienblaadje; het meisje achterlatend met een nat T-shirt omdat bij het haastige grissen drie andere glaasjes water om waren gevallen. Verbijsterd bleef ze achter. Was ze soms per abuis in de Tour de France beland? Daar telt elke seconde. Maar die wandelaars hadden toch alle tijd?

Ja inderdaad, lief meisje, die hebben alle tijd. Het is geen wedstrijd. Dat ze jou haast ondersteboven lopen slaat helemaal nergens op. Ze zijn knettergek.

Tussen die gekken en de ‘gezelligheidslopers’ wandelt ook nog een heel peloton huilende militairen. Tenminste ik stel me zo voor dat ze huilen. Iemand die is opgeleid om de wereldvrede wat dichterbij te brengen, maar nu opeens vier dagen lang met allemaal idioten door het Gelderse land moet wandelen, kan nooit erg vrolijk zijn. Je gaat je knap nutteloos voelen denk ik.

Toch is dat niet nodig. Militairen hebben namelijk wapens. Wapens waar ze elke wandelende gek die heel snel een glaasje water van een dienblaadje grist mee kunnen bedreigen en kunnen opdragen eens normaal te doen. Alsjeblieft militairen, doe het anders niet voor mij, maar voor het lieve meisje met het dienblaadje.

10 reacties op “De wandelvierdaagse”