Paardennamen

Ik zal het  maar meteen toegeven. Ik ben bang voor paarden. Wanneer er bijvoorbeeld in de stad zo’n  grote politieknol briesend met z’n grote paardenbek en schijtend uit z’n grote paardenreet (sorry: anus, het is een edel dier hè) op me afkomt, fiets ik snel een andere kant op. Ook al is het een straat waar ik vanaf die kant niet in mag.

Gevolg is vaak dat het paard plus snor erbovenop juist de achtervolging inzetten en ik nog verder van huis ben. Want dat zul je dan ook altijd zien, dat het net een straat is die me juist verder van huis brengt. 

Maar goed, angst voor politiepaarden is zo vreemd nog niet, daar heb ik ook nog wel eens een stel gespierde en getatoeëerde hooligans voor op de vlucht zien slaan. Bij dressuurpaarden zul je dat denk ik niet zo snel zien. Bij mij wel. Ik ben doodsbang dat-ie me helemaal kapotdanst met z’n schuin-naar-achter-gehuppel.

Het bekendste dressuurpaard ter wereld heet Anky van Grunsven, zij werd voor het eerst Olympisch kampioen op Bonfire. Engels voor kampvuur. Een gekke naam, maar wel precies de plaats waar ik al die dansende kutpaarden plus Anky van Grunsven het liefst in terug zou zien: een groot kampvuur waarboven ook nog eens paardenvlees gerookt wordt.

Voor hardlopende paarden kan ik nog wel enig respect opbrengen, maar de angst wordt er niet minder van. Het respect hebben ze ook niet aan zichzelf te danken trouwens, dat komt volledig op het conto van Hans Eysvogel. Deze immer doorratelende verslaggever mocht vroeger elke week in Studio Sport één koers verslaan zodat Mart Smeets na de reportage altijd kon zeggen: ‘Zo, dat was Hans vanaf Duindigt, hij ligt inmiddels aan de beademing. Door met de Toto: 2-1-1-1-3-2-1-2-1’   

Cynische opmerking van Smeets of niet, Hans praatte gewoon door. Zo ook tijdens onderstaande prehistorische beelden uit 1988. Niet alledaagse namen als Mack the Knife, Wanda Pluto, Quadrofonio, Poroto en Ijzeren Hein rollen zonder probleem en in vliegende vaart van z´n tong.

Ondertussen weet hij ook nog tijd te vinden om te vertellen dat Action Squatter gisteravond kreupel is geslagen doordat er een stuk ijzer in z´n poot is geramd. Fijn nieuws voor een paardenhater als ik. Het paard Vriend won de wedstrijd uiteindelijk. Het zij hem gegund.

De bewuste wedstrijd hardrennen voor paard en wagen met Hans Eysvogel

Dan heb je ook nog de springpaarden. In deze discipline was in Nederland het paard met de allerirritantste naam actief. Hij werd bereden door Albert Zoer. Een Drent die ook de naam van een Drent draagt. Gewoon Albert en dan gewoon Zoer. Ter compensatie van deze oer-Hollandse rechttoe-rechtaan-naam had hij z´n paard maar eens Okidoki genoemd.

Tot overmaat van ramp kon dit paard ook nog heel goed springen en was zijn naam derhalve geregeld te horen bij Studio Sport. Ik stond dan altijd schuimbekkend te steigeren voor m´n tv. Nu is het paard gelukkig verkocht aan een Argentijn. Maar die Albert zal wel weer een nieuw paard kopen en hem Helemaal Toppie! noemen ofzo. Onuitstaanbaar.

Noot: tijdens het schrijven van dit stukje stuitte ik op internet op de paardenterm schofthoogte. Waarschijnlijk niet geheel toevallig het stuk paard waar ruiters als Albert Zoer ongeveer zitten tijdens het paardrijden.

Nog een noot: Tijdens het schrijven van dit stukje was Okidoki nog niet overleden, nu gelukkig wel.

9 reacties op “Paardennamen”