Lente-ergernissen: brommers en zwanen

Mooi hoor, al die verhalen over de lente, het mooie weer en fluitende vogeltjes, maar van mij hoeft het al niet meer. Ik ben er nu alweer klaar mee. Doe mij maar weer gewoon een flink pak sneeuw voor de deur. Het liefst zo hoog dat je de deur met geen mogelijkheid uit kan. Dat was nog eens een fijne tijd en het lijkt alweer zo lang geleden. Kon je lekker voor de tv blijven zitten en naar schaatsen kijken. Met een kom erwtensoep erbij. Heerlijk.

Nu moet je opeens naar buiten toe. Wandelen in het park of lekker flaneren door de straten met zo’n enorme zonnebril op je kop. Dat heb ik dus ook gedaan. Wat een ellende. Die ellende werd voornamelijk veroorzaakt door twee zaken die eenieder tijdens het kuieren door straten en parken ongetwijfeld tegen het lijf loopt:

1. Lawaaierige teringbrommers.

Dit zijn, zoals de naam al zegt, brommers die te veel lawaai maken. Omdat te veel lawaai – nog meer dan gewoon lawaai – vervelend is, heb ik dat willen versterken door het woord ‘tering’ voor ‘brommers’ te plakken.

Met het woord ‘brommers’ is trouwens iets aan de hand. Het dekt de lading niet. ‘Brommers’ is namelijk afgeleid van ‘brommen’ en dat betekent volgens het woordenboek dan weer ‘een dof grommend geluid laten horen’. Precies het geluid dat brommers niet maken. Ze klinken eerder als een op hol geslagen espressoapparaat dat is aangesloten op de versterkers waarmee U2 normaal stadions plat speelt.    

Dus, of de heren Van Dale, Koenen en Kramer moeten nodig eens naar de oorarts, of die apparaten en de bestuurders ervan trekken zich niks meer van het woordenboek aan. In ieder geval is het woord ‘brommen’ nodig aan herdefinitie toe. Iets als ‘hels kabaal dat door merg en been gaat’ zou passender zijn.

2. Irritante kutzwanen

Dit zijn, zoals de naam al zegt, zwanen die irritant zijn. Omdat het woord irritant niet bepaald een positieve lading heeft, heb ik dat nog willen versterken door het woord ‘kut’ voor ‘zwanen’ te plakken.

Het irritante aan zwanen is dat ik bang voor ze ben. Daar kunnen ze niet veel aan doen. Behalve dan wanneer ik door het park loop, eens een keer niet blazend en sissend op me af komen met hun grote witte lijven. Ook zij klinken weer als op hol geslagen espressoapparaten. Alleen dan niet aangesloten op de versterkers waarmee U2 stadions plat speelt.

Wel een goed idee trouwens. Al die zwanen een kopje kleiner maken door ze met die versterkers, gedurende de lengte van een concert, 220 Volt door het lijf te jagen. Dan sissen ze ook wel denk ik, maar dan op een andere manier. Degenen die zelfs dat nog overleven mogen samen met Bono een liedje zingen: een zwanenzang.

Nee, doe mij dus maar de winter. De hele dag lekker luisteren naar die vervelende Herbert Dijkstra die met z’n geneuzel alle brommers overstemt. En als ik even naar buiten kijk zie ik geen zwanen; die vallen niet op in een sneeuwlandschap.

            

13 reacties op “Lente-ergernissen: brommers en zwanen”