Carnavalskrakers

Zet uw feestneus maar op, pak het bier uit de koelkast en zoek iemand waar u achter aan kunt lopen,  want we gaan een feestje bouwen op deze zondag! Het is bijna carnaval. De tijd dat bekende maar ook zeker minder bekende types een plaatje maken waarop u dan lekker de beest uit kan hangen in een veel te druk café. Hier een artikel met wat u dit jaar allemaal te wachten staat.

Usual suspects als Adje en Patty Brard namen een plaatje op, maar ook oudgedienden als André van Duin en, ja hoor…..ze bestaan nog steeds, de Deurzakkers laten van zich horen. Deze oudgedienden laten zien dat het niet goed gaat met de carnavalskraker. Ze bewijzen allebei dat een liedjesgenre dat toch al niet bekend stond om haar kwalitatief hoogstaande nummers ook nog aan inflatie onderhevig kan zijn. Zo scoorde van Duin vorig jaar een hit met het waardeloze De balletjes van de Koningin:

 

Terwijl hij vroeger met ware muzikale en tekstuele meesterwerken op de proppen kwam. En als ik meesterwerken zeg, dan bedoel ik ook echt meesterwerken. Daar zit geen greintje ironie of sarcasme bij. Echt niet. Oordeel zelf maar:

 

Die andere carnavalsfossielen, de Deurzakkers, maken een nog treuriger transformatie door. Vijfentwintig jaar geleden scoorden ze een hit waarin ze al hun eigen financiële situatie – en de  vrolijke gevolgen daarvan – na die hit bezongen. Zieners leken het.  Vijfentwintig jaar later zingen ze het nummer overigens nog steeds; een teken dat we toch niet met zieners van doen hadden, want wanneer je echt binnen bent, ga je niet met je bierbuik en je kale kop op een podium staan en Het feest kan beginnen, want wij zijn binnen zingen:

 

Daarna hebben ze nog meer liedjes gemaakt waarin ze in rijmvorm allerlei discutabele waarheden de ether in slingeren. Zo werkte het een beetje bij de carnavalsnummers van deze Brabantse jongens. Een rijmpje dat betrekking had op henzelf en er was weer een nummer geboren. Zo ook bij Het is hier binnen beter dan buiten, we dansen door totdat ze gaan sluiten:

Ik was dan ook teleurgesteld dat ze dit jaar niet de door mij ingestuurde nummers als We zijn dan nu wel  zestigjarige papzakken, we hopen met dit nummer toch nog wat geld te kunnen pakken, Wij zijn twee Brabantse mongolen, de helft van ons repertoire hebben we van iemand anders gestolen of Lang leve de polonaise, patat eet ik altijd met te veel mayonaise op wilden nemen, maar kozen voor een samenwerking met het Wendy van Dijk-typetje Lucretia Martina. Het volgende kutnummer is daarvan het resultaat:

Gelukkig hebben we rots in de branding Arie Ribbens nog. Genezen van z’n longkanker zal hij ook dit jaar bij Hoevelaken weer linksaf gaan. Arie is een baken in het snel veranderende carnavalslandschap.

Één reactie op “Carnavalskrakers”