Toevallige tango

Waarschijnlijk is er wel eerder over geschreven, want iedereen die kan lopen en weleens in een stad komt, heeft het meegemaakt. Ik noem het de toevallige tango, vooral omdat het allitereert. In alle eerlijkheid: met een tango heeft het eigenlijk niet zo veel van doen. In beide gevallen zijn er twee mensen bij betrokken, dat is het wel zo’n beetje.

Wanneer je door een drukke straat schuifelt, ligt het ieder moment op de loer. De toevallige tango. Een blik, twee pasjes opzij en je doet ‘em. Want de tegenligger met wie je een blik uitwisselde en op ramkoers lag, heeft dezelfde twee pasjes opzij gedaan. Nog steeds tegenover elkaar. Je lacht wat.

Je denkt kort na. Maar weer twee pasjes opzij dan, terug naar de plaats waar het allemaal begon. Je handelt. De tegenligger dacht hetzelfde en handelde precies even snel. Daar sta je weer, recht tegenover elkaar. Je lacht wat, zij het ongemakkelijker dan de eerste keer.

Niks doen dan maar, denk je nu. Gewoon wachten. Misschien werkt dat. Je tegenligger, het kan een getatoeëerde spierbonk zijn of een oud vrouwtje, zal wel weer twee pasjes doen en dan is het opgelost. Nee. Ook de getatoeëerde spierbonk of het oude vrouwtje wacht. Je kijkt elkaar weer aan. Allebei denk je: nu een hele grote boog. Het lukt. Je kunt je pad vervolgen, maar vanzelf ging het niet.

Die paar seconden. Dat gekke dansje, midden op straat. De toevallige tango.

Volg ons op Facebook en vind ons leuk op Twitter. Of andersom. Kijk maar.