Teenslippers en kleurige bermuda’s bij 17 °C

De dag komt steeds dichterbij. De dag dat het kwik stijgt tot 17 °C. De dag dat je denkt: nou, ik zou weleens zonder jas naar buiten toe kunnen gaan. Vroeger was dat altijd het hoogtepunt van de lente, de dag dat je van je moeder zonder jas naar buiten mocht. Verlost van alle ballast. Echte vrijheid. Slidings maken op vers gemaaid, nog een beetje vochtig, gras. Met je nieuwe broek aan. Enig nadeel: zonder jassen geen doelpalen.

Toch was het mooi. Je gebruikte de vier pispaaltjes van de school wel als doelpalen. Palen waren ze toch al. En zeg nu zelf, beter een doelpaal dan een pispaal. De lente, het was voor iedereen een zegen. Zo mooi wordt het straks ook weer, als de thermometer voorzichtig maar zelfverzekerd het getal zeventien aanwijst, en de zon voor het eerst sinds een paar maanden weer een felgeel bolletje met stralende ogen, een lachende mond en een iets te grote neus lijkt te zijn.

Als je de deur uitloopt zonder jas, voel je gelijk die eerste warme zonnestralen op je hoofd neerdalen. Je denkt even: ik had ook wel iets met korte mouwen aan kunnen trekken. Maar dan schuifelt er een hele dikke vent voorbij in wiens slagschaduw de winter z’n laatste adem uitblaast; het is nog te vroeg voor enkel korte mouwen, zo besef je. Het is mouwen opstroopweer.

Weer terug in de zon gaan je gedachten uit naar een ijsje. Dat kan prima, zolang je hem maar in de zon opeet en er geen dikke mannen voorbij komen lopen. Een zonnebril. Die moet je ook kopen, want degene die je in september voor het laatst nonchalant op je hoofd zette, ben je natuurlijk kwijtgeraakt gedurende die barre wintermaanden. Zo gaat dat met zonnebrillen.

Het zijn allemaal fijne lentegedachten. Fijne lentegedachten die bruut verstoord worden drie mensen die je tegemoet komen. Ze zijn niet per se dik, maar dragen wel allemaal een kleurige bermuda en hebben teenslippers aan hun voeten. Hun mat verraadt een lidmaatschap van het Corps. Hebben ze een nachtje overgeslagen en lopen ze nog steeds in de kleding die ze afgelopen nacht bij de beachparty op de kroeg droegen?

Nee, ze menen het. Gedrieën besloten ze dat het vandaag weer was voor een kleurige bermuda en teenslippers. In hun eentje waren ze nooit tot zo’n besluit gekomen. In je eentje loop je voor lul als je met 17 °C een bermuda draagt en door de straten flip-flopt. Met z’n drieën kunnen ze de schijn op houden dat ze normaal gedrag vertonen. De schijn, want normaal is het natuurlijk niet. Verre van dat zelfs.

Eigenlijk zou je die drie figuren met bloemetjesbermuda’s en teenslippers aan, geheel in stijl, een kokosnoot tegen het hoofd moeten gooien. Ze verdienen het, ze hebben zojuist de eerste echte lentedag verpest met hun overdreven zomerse kleding.

Als u ons niet volgt op Twitter, gooien we ook een kokosnoot tegen uw hoofd aan!