De takin

In deze gezellige weekendrubriek duiken regelmatig dieren op waar u nog nooit van heeft gehoord. Ik vermoed dat de takin daar één van is. Misschien gaat er heel voorzichtig een belletje rinkelen als ik opschrijf dat hij ook wel gnoegeit of rundergems wordt genoemd, maar zelfs dat waag ik te betwijfelen.

Sowieso is het natuurlijk gek dat een beest zowel gnoegeit als rundergems wordt genoemd. Dan begin zelfs ik, toch een dierenliefhebber pur sang, een beetje huiverig te worden. Een dier dat het in zich heeft om met liefst vier andere dieren vergeleken te worden, moet je wantrouwen. Een wijze les, die mij ooit werd geleerd door Martin Gaus. Toen ik die les eenmaal goed geleerd had, beloonde hij me met een koekje. Hierna heb ik aan de baard van Martin gelikt.

Het meeste moeite heb ik met de term rundergems. Met gnoegeit kan ik nog wel omgaan. Dat allitereert, en dan is het bijna altijd leuk. Bovendien klinkt ‘gnoegeit’ een beetje als iemand met een gek spraakgebrek die een koning of een prins aankondigt: ‘Graag allemaal opstaan voor zijne Koninklijke Gnoegeit Prins Willem Alexander’. Ja. Gnoegeit. Ik vind het een fijn woord.

Dat heb ik dus absoluut niet met rundergems. Zo kan ik er bijvoorbeeld maar moeilijk mee omgaan dat een rundervink een cilindervormig stukje vlees is, maar dat een rundergems dan ineens weer een holhoornig hoefdier uit Centraal-Azië is. Want laat daar geen misverstand over bestaan; hoe je hem ook noemt, gnoegeit, rundergems of takin, het is en blijft een holhoornig hoefdier. Ook alweer zo’n fijne allitererende term. Op alliteratiegebied hoeft de takin in ieder geval niet onder te doen voor veel dieren.

Op het gebied van schoonheid hoeft de takin evenmin onder te doen voor veel andere dieren. Slechts zijn nauwst nog levende verwant, de muskusos, is een knappere verschijning dan hij. De muskusos is zelfs zo knap dat ik onder dit stukje een foto van hem heb neergezet. Zeg nou zelf, het is voor de takin toch geen schande een beauty-contest te verliezen van zo’n mooie jongen?

Hoe die muskusos is uitgegroeid tot zo’n knappe verschijning weten we niet; van de takin is het wel bekend. Bij hem komt het door de berglucht. Van berglucht word je knap. Om dat te bewijzen hoef ik u alleen maar te vertellen dat Doutzen Kroes in Oostermeer werd geboren, een dorpje dat deel uitmaakt van de buurtschap Hoogzand. Juist, Hoogzand…

De takin poseert maar weinig in lingerie, maar ook hij is dus vanwege die berglucht een knapperd. En ook hij komt het meest voor in een gebied waar het woord oost inzit: de oostelijke Himalaya. Alsof er nog niet genoeg overeenkomsten tussen de takin en Doutzen Kroes zijn, is hij, of eigenlijk zij, ook nog in staat zwanger te worden. Na acht maanden wordt er dan een nieuwe takin geboren.

Het mooie daarvan is dat er in principe steeds meer takins bij zouden moeten komen, en hij niet langer als bedreigde diersoort door het leven zou gaan. Of dat ook echt zo loopt, moeten we afwachten. Tijdens dat afwachten moeten we er rekening mee houden  dat er enkele takins sterven. Dat is  de natuur. Ondertussen voeden de nog levende takins zich met bamboe, en rusten ze de rest van de dag uit. Dat is mooi. Zeker omdat ze die bamboe voor de neuzen van die gore hufters van pandaberen zitten weg te kapen. Dat rust lekker uit.

De muskusos:

Één reactie op “De takin”