Duiveneieren

Doorgaans verraadt de titel van een stukje wel een beetje waar het daaropvolgende betoog over zal gaan. In dit geval is dat niet anders. U weet al lang dat dit stukje over hagelstenen gaat. Die kunnen namelijk precies zo groot zijn als duiveneieren. Ze kunnen ook zo groot zijn als – ik noem maar wat maten – rijstkorrels, pijnboompitten, konijnenkeutels of toverballen, maar daar hoor je de mensen nooit over. Blijkbaar wordt een hagelsteen pas interessant wanneer hij de grootte van een duivenei bereikt heeft.

Dit snap ik ook wel; een hagelsteen wordt natuurlijk spannender wanneer hij groter is dan gemiddeld. Van hagelstenen zo groot als pijnboompitten ligt niemand wakker, behalve dan wanneer ze ‘s nachts met veel bombarie op het tentdoek neerkomen. Maar waarom moet nou een grotere hagelsteen dan gemiddeld per se vergeleken worden met een duivenei? Waarom niet met de eieren van de Bonte Tok of desnoods die van de Roodstaartbaardbuulbuul? Je maakt mij namelijk niet wijs dat alle uit de kluiten gewassen hagelstenen exact zo groot zijn als duiveneieren en dat de vergelijking met een ander ei niet opgaat.  

Iets maakt het in mensen los dat ze een hagelsteen opeens gaan vergelijken met een duivenei. De populariteit van de duif in z’n algemeenheid zal het niet zijn, vermoed ik. Iedereen heeft toch nog wel een appeltje te schillen met een duif. Hoe die je nietsvermoedend en brutaal tegelijk vanaf de balustrade aan blijft kijken wanneer-ie net je hele balkon er onder heeft gescheten. Onuitstaanbaar. Of dat irritante gepik uit je zak patat wanneer je even niet oplet. Nee, de duif is geen allemansvriend.

Tot mijn grote verrassing kwam ik er echter achter dat de duif wel bevriend is geweest met de dodo (die weer de grote vriend was van Boudewijn Büch). Het zijn/waren namelijk allebei duifachtigen. Waren, omdat de dodo is uitgestorven, grotendeels dankzij Nederlanders met de VOC-mentaliteit. Dit zette mij aan het denken.

Zou het niet mooi zijn als wij Nederlanders ook dat andere lid van de familie duifachtigen een kopje kleiner kunnen maken. Iedereen een geweer en knallen maar. Leve de VOC-mentaliteit! Volgens mij zou dat ook goed zijn voor de, volgens sommigen, ontbrekende sociale cohesie in de samenleving. Samen werken, samen leven, samen schieten op duiven. Na een paar jaar is de duif dan uit het straatbeeld verdwenen en hoor je dus ook niemand meer over hagelstenen als duiveneieren. Iedereen blij.  

Mocht het trouwens niet lukken met het afschieten van die duiven, dan kunnen we altijd nog de hulp inroepen van Dick Dastardly.