Jose Mourinho

Dit artikel zou heel kort kunnen zijn. Het gaat namelijk over iemand die in Engeland z’n eigen bijnaam heeft bedacht. Jezelf een bijnaam geven is heel triest; helemaal als die bijnaam ‘The Special One’ is. Zo noemt Jose Mourinho zichzelf. Dan ben je dus een lul. Klaar. Toch gaat dit artikel verder.

Dat komt doordat deze Special One er inderdaad wel iets van blijkt te kunnen; gisteren loodste hij z’n team, Internazionale, met een partijtje verdedigen naar een plaats in de finale van de Champions League. Het aanvallende en vaak oogstrelende combinatievoetbal van Barcelona dolf gisteravond het onderspit tegen het geschop en getreiter van een stel Brazilianen en Argentijnen in Italiaanse dienst. En dat moet ik even van me afschrijven. Vandaar.

De wedstrijd zelf hield ik gisteren al na een klein kwartiertje voor gezien. Dat was het moment dat er een speler van Inter buiten de lijnen net deed alsof hij geblesseerd was aan z’n schouder, het veld weer inliep en daar maar eens uitgebreid op de grond ging liggen. Toch niet bepaald de beste houding wanneer je geblesseerd bent aan je schouder. Voor mij was het toen al duidelijk: zolang voetbal niet per direct een jurysport wordt, gaat Barcelona het hier niet redden.

Heb ik snel de spelcomputer aangeslingerd en Inter drie keer achter elkaar met 4-0 verslagen. De door mij naar Barcelona getransfereerde Sjaak Polak maakte negen van de twaalf goals en gaf zes assists…..Ja inderdaad Sjakie gaf een paar assists op zichzelf. Dat is Sjaak. Een bal ingooien, broek naar beneden doen, even de volle hand erop en hem dan zelf inkoppen.

Na de computer weer uitgezet te hebben bleek Barcelona inderdaad uitgeschakeld te zijn; ik ben huilend in bed gaan liggen. Proberen te slapen en dan dromen van een vloeiende combinatie tussen Xavi, Messi en Iniesta die eindigt met een hard schot van Ibrahimovic, vol in het gezicht van Mourinho. Heerlijk lijkt me dat.

Dat zal gisteren niet gebeurd zijn na de wedstrijd. Het is waarschijnlijker dat Mourinho ergens in een microfoon heeft staan schelden. Daar houdt Jose van. Zo uit het niets een journalist helemaal afmaken. Is ook best mooi natuurlijk. Vooral als het Humberto Tan is.

Dit gedrag heeft er wel voor gezorgd dat journalisten inmiddels bang zijn om Mourinho te interviewen. Liever doen ze het gewoon niet en rennen ze met hun microfoon nog in de hand naar het dichtstbijzijnde vliegveld als ze voor hem staan. Je weet gewoon niet wat je te wachten staat. Hij kan je elk moment neerhoeken. Ook na een gewonnen wedstrijd. Haar dat een beetje door de war zit kan al genoeg reden zijn voor Jose om je een pak rammel te geven.

Daarom had de NOS Tom Egbers maar niet naar de eerste wedstrijd tussen Inter en Barcelona gestuurd. Toine van Peperstraten mocht dat klusje klaren. Als een bang hondje stond hij na de wedstrijd tegenover Mourinho. Hij dacht nog even aan z’n vrouw en kinderen en waagde het er uiteindelijk toch maar op. Een vraag. Wat Mourinho op 22 mei deed?

De seconden daarna waren wellicht de meest angstige uit het leven van Toine. Het angstzweet brak hem uit. Z’n blouse met vrolijke kleurtjes was kletsnat. Mourinho zou toch wel weten dat dan de finale werd gespeeld? De seconden leken voor Toine uren te duren. Nog banger dan eerst keek hij in de grote boze kijkers van Mourinho. Die liet Toine nog even spartelen. Hij zweeg en zette een boos gezicht op.

Toen had Jose z’n slachtoffer blijkbaar lang genoeg laten zweten. Breed lachend vertelde hij opeens een verhaaltje in gebrekkig Engels. Over Robben en van Gaal ofzo. Niet interessant. Het interessante zat ‘em in het non-verbale. Je zag Toine zichtbaar opgelucht zijn. Hij had het overleefd en kon morgen z’n vrouw en kinderen weer in de armen sluiten.

Hele mooie televisie, maar eigenlijk ben je natuurlijk gewoon een lul als je zo met mensen omgaat. Iets wat had ik 600 woorden geleden ook al had geconcludeerd.