De aubergine van Nel

Nel en Henry hadden een ander gezelschap verwacht toen we die zomeravond met vier mannen van rond de dertig hun landgoed bovenop een Toscaanse heuvel op kwamen tuffen. ‘O, ik dacht dat er twee stelletjes zouden komen’, zei Nel enigszins bedrukt.

Dat was eerst ook de bedoeling, maar door allerlei verwikkelingen in het privéleven van degene die het huisje op het landgoed van Nel en Henry had geboekt, was het opeens een groepje jongemannen geworden dat lekker wijn en bier kwam zuipen in Toscane. Dat was even wennen voor Nel. Henry spoedde zich direct naar de kelder om vijf flesjes bier onder het stof vandaan te halen. Hij nam er zelf ook eentje.

Na ieder een flesje bier soldaat te hebben gemaakt op het terras van Nel en Henry, namen we intrek in het zestig meter verderop gelegen huisje. We namen nog een paar biertjes en gingen slapen – uiteraard hadden we onderaan de heuvel wat bier ingeslagen. Nel en Henry gingen meteen naar bed nadat ze ons hadden uitgelegd hoe hun huisje werkte.

De dag erna zaten we te ontbijten – hoe we aan een ontbijt kwamen, weet ik niet meer – toen Nel ineens ten tonele verscheen in haar nachtjapon. Ze zei dat er normaal altijd ‘een ander type mensen’ in het huisje zat, maar dat ze het helemaal geen probleem vond. Ze had er ’s nachts eens over nagedacht en besloot ons precies zo te behandelen als het type mens dat normaal in het huisje zat.

Dit zei ze niet met zoveel woorden, maar viel wel af te leiden uit de ellenlange verhandeling over haar moestuintje die volgde. Ze praatte honderduit over courgettes, prei en , met name, aubergines. Ontzettend saai, maar vanaf dat moment ging die aubergine van Nel een eigen leven leiden.

Overal waar we waren, kon ik alleen nog maar aan de aubergine van Nel denken. Of we nou zaten te dineren op een pittoresk dorpspleintje, waar om onduidelijke redenen opeens een metalband begon te spelen, of dat we nou in Florence een uur lang door de stad doolden omdat de vriend met privéomstandigheden op iedere ijscozaak wel wat had aan te merken:  steeds weer die aubergine van Nel. Soms hoefde alleen maar iemand van ons vieren ‘aubergine’ te zeggen en we lagen een half uur in een deuk.

Het hield ons overeind, steeds als ze weer bij ons huisje kwam aanzetten met een of ander slaapverwekkend kutverhaal. Terwijl ze stond te praten, dacht je gewoon ‘Aubergine van Nel’ en je kon er weer een kwartier tegenaan. Met de aubergine van Nel in het hoofd was alles fantastisch.

Pas een paar minuten voor vertrek uit het huisje maakten Nel en haar aubergine plaats voor een ander beeld. Dat van Kabouter Prikkeprak, een uit ivoor vervaardigd beeldje van een kaboutertje dat op de schoorsteenmantel stond in het huisje en we gedurende ons verblijf hadden vernoemd naar de gelijknamige kabouter die midden jaren ’90 darmonderzoeken uitvoerde in een programma van Arjan Ederveen.

De avond voor vertrek hadden we – ietwat beschonken – een spel gespeeld met Kabouter Prikkeprak. Tijdens dat spel was het de bedoeling Kabouter Prikkeprak steeds weer te laten balanceren op een ander lichaamsdeel. Wie dat niet lukte, moest wat drinken, geloof ik. Tot mijn grote spijt zijn er foto’s van het moment dat ik het kaboutertje op mijn kruis probeer te balanceren.

Nou ja, het was allemaal behoorlijk hilarisch na een paar flessen wijn.

Zo hilarisch dat één vriend een paar minuten voor vertrek, bij de inspectie van het huisje, aan Nel vertelde wat er de avond daarvoor precies met Kabouter Prikkeprak was gebeurd, toen ze opmerkte dat hij niet op z’n vaste plek stond. Hij had kunnen zeggen dat we het beeldje zo mooi vonden dat we het even meer in het zicht hadden gezet, of een ander leugentje om bestwil kunnen verzinnen dat er bij Nel ongetwijfeld was ingegaan als koek, maar hij koos ervoor om te vertellen dat Kabouter Prikkeprak onderdeel was geweest van een nogal dubieus spel.

‘Dat doet het type mensen dat hier normaal komt niet’, zag je Nel denken. Ze keek alsof ze een leger aubergines op pootjes voorbij zag marcheren. Een der ongemakkelijkste situaties ooit, die alle zwijgende boeren uit Boer Zoekt Vrouw tot casanova’s van het zuiverste soort maakt, was geboren.

We gaven Nel een hand, dachten nog even aan haar aubergine en reden zo snel mogelijk van de heuvel af waar we een kleine week hadden vertoefd. In de haast vergaten we onze paspoorten. Dat is uiteindelijk goed gekomen. Niet in het minst door de bemoeienis van Nel. En Henry natuurlijk, die was er ook nog steeds – zij het met een lapje voor z’n oog, maar dat is weer een heel ander verhaal.

Volg ons op Facebook en vind ons leuk op Twitter. Of andersom. Kijk maar.

18 reacties op “De aubergine van Nel”