Meefietsen met marathonlopers

Zondagochtend renden er heel veel magere mannetjes en vrouwtjes door Rotterdam. Ze liepen een marathon. Niets aan de hand. Ik keek ernaar als de grijze sluier die van de groots aangekondigde lentedag een zondag als alle andere maakte: onderuitgezakt op de bank. Tot iemand mij via WhatsApp attendeerde op de vele fietsers langs het parcours. Opeens brak de zon door en zat ik op het puntje van mijn bank. Die gekke fietsertjes toch.

Tuurlijk, ik wist altijd al wel dat ze er waren: mensen die meefietsen met marathonlopers, maar ik had nog nooit goed naar ze gekeken. Nog nooit over ze nagedacht. En nog nooit geconcludeerd dat het stuk voor stuk idioten zijn. Want dat ben je toch wel, geloof ik, als je ’s ochtends heel vroeg opstaat, de trein naar Rotterdam pakt, een OV-fiets huurt en, met als stille getuige de camera van de NOS, met je zonneklep op eens rustig naast een paar zich in het zweet lopende Kenianen gaat fietsen.

Ik had me ook nog nooit in de gedachten van zo’n Keniaan verplaatst. Wat gaat er door zo’n hoofd heen als er weer eens een dikke Hollander op een fiets naast hem verschijnt. Ik vermoed zoiets als: kjinga uume, elfu mabomu na mabomu!, een Kapitein Haddockesque scheldpartij in het Swahili. Dat kan niet anders als je tot kotsen aan  toe de longen uit je pezige lijf rent en je bijna van de sokken wordt gereden door een dikzak op een hybride fiets met 59 versnellingen, met de picknick voor vanmiddag in de fietstassen.

Het meefietsen met marathonlopers is net zulk aanstellerig gedrag als in je tangaslip achter een paar wielrenners aanrennen die een berg op fietsen, met als verschil dat de fietsers meer dan een tangaslip dragen, maar voor een intrinsiek sneller vervoersmiddel hebben gekozen dan de sporters waar ze geen respect voor hebben. In beide gevallen geldt: gewoon ergens achter een hek staan, klappen en je bek houden.

Volg ons op Facebook en vind ons leuk op Twitter. Of andersom. Kijk maar.

3 reacties op “Meefietsen met marathonlopers”