Voetballen bij San Marino

De Nederlandse sportmedia werden de afgelopen dagen beheerst door een passje van Wesley Sneijder met een geinig effect eraan. Er werd maar weinig geschreven en gebabbeld over Paolo Montagna, Matteo Bugli en Davide Simoncini. Ook Andy Selva, een 34-jarige spits die in 53 interlands liefst achtmaal doel trof (0.16 doelpunt per wedstrijd!) voor het San Marinese elftal, maar nu toch zonder club zit, werd compleet genegeerd door de Jack van Gelders en Wilfred Geneeën van deze wereld.

Een beetje meer aandacht en waardering hadden de voetballers van San Marino wel verdiend, vind ik. Ze hebben het al zo zwaar. Het klinkt leuk, geboren worden in een land dat niet meer is dan een kasteel met een grote tuin eromheen, en daardoor al international kunnen worden wanneer je ooit een veterstrikdiploma hebt behaald. De werkelijkheid is anders. De werkelijkheid leert dat elke interland het gevaar van dubbele cijfers op de loer ligt.

Verliezen met dubbele cijfers is het ergste wat een voetballer kan overkomen, dat kan geen shirt van Wesley Sneijder of Robin van Persie boven de schoorsteenmantel goedmaken. Zelf is het me in mijn juniorentijd een paar keer overkomen. Het moment dat de tiende in het net ploft, kon je wel door de grond zakken. ’s Avonds was je er nog steeds ondersteboven van. Wat voor capriolen het opaduo Bol-Buys van Oppassen ook uithaalde terwijl je in pyjama voor de tv zat, er kon geen glimlach vanaf. Ingemaakt worden is verschrikkelijk. De voetballers van San Marino overkomt het keer op keer.

Tuurlijk, als international van San Marino hoef je na de wedstrijd niet met Hans Kraaij jr. te praten. En Harry Vermeegen wil ook geen ijsje met je eten bij de snackbar in de buurt, waar je vroeger nog een bal met je verkeerde been tegen een muurtje stond te schoppen (‘Neem je nou discodip Wesley? Jonge, jonge… Kijk nou toch mensen, dé Wesley Sneijder neemt hier gewoon discodip op z’n softijsje…Jaaahaaa’). International zijn van San Marino heeft ook voordelen.

Maar toch weet ik zeker dat de internationals van San Marino iedere week met liefde een hele gelateria leeg zouden likken in het bijzijn van Harry Vermeegen als ze nooit meer ingemaakt zouden worden. Zo werkt het voor hen helaas niet. Tot ze hun voetbalschoenen aan de wilgen hangen, zullen de goals ze om de oren blijven vliegen. Na elke wedstrijd zullen ze de neiging hebben een reclamebord doormidden te trappen, zich beheersen door even tot tien te tellen – of tot elf natuurlijk – en dan beseffen dat de volgende wedstrijd weer eenzelfde lot wacht. Eigenlijk is het ook topsport.

Volg ons op Facebook en vind ons leuk op Twitter. Of andersom. Kijk maar.

11 reacties op “Voetballen bij San Marino”