Brieven aan BN’ers: Beste Ron Brandsteder,…

Je moet weten Ron, ik ben een beetje met je opgegroeid. In mijn herinnering zat ik elke vrijdag- of zaterdagavond met een klein schaaltje paprikachips in m’n tienjarige handjes naar jouw zwetende bovenlip te kijken. Dat vond ik eerst wel eng, zo’n lip waar zweet uitkwam, dat zich nestelde in het kuiltje vlak erboven. Maar dan zei mijn vader geruststellend: ‘Niet huilen, dat is Ron Brandsteder. Die heeft de ziekte van Green. Eén van de symptomen is dat er zweet uit de gekste lichaamsdelen komt zetten. Hij zweet ook uit z’n navel. Meneer Brandsteder kan daar niks aan doen en het is verder niet gevaarlijk.’

Pas jaren later kwam ik erachter dat die hele ziekte van Green niet bestaat. Het was een leugentje om bestwil van mijn vader, Ron. Zodat ik naar je kon blijven kijken. En daar ben ik mijn vader nog altijd dankbaar voor. Ok, ik werd tussen mijn tiende en veertiende nog regelmatig badend in het zweet wakker omdat ik dacht dat jouw bovenlip hetzelfde lag te doen onder mijn bed. Maar ik heb het er graag voor over gehad. Anders had ik een hoop mooie dingen gemist.

Die grote kom met tomatensoep bijvoorbeeld, waar jij tijdens de Ron’s Honeymoonquiz altijd bruidegommen met snorren op een enorme lepel boven liet hangen. Waren ze recent met een wijf getrouwd dat niet wist wat de hoofdstad van Australië was, dan eindigden ze onherroepelijk met hun gehuurde smoking middenin de grote kom met tomatensoep. Die rode gezichten met een coupe tomatensoep erboven, ik zie het nog steeds voor me. Een prachtig idee, Ron, die grote kom met tomatensoep.

En dan is er je lach, Ron. Ook dat was even wennen. Eerst dacht ik altijd dat de Derde Wereldoorlog begon als jij iets grappig vond. Laten we eerlijk zijn Ron; je klinkt een beetje als een squadron opstijgende F-16’s wanneer je lacht. Maar ach, het went Ron. Op den duur maakte ik me zelfs meer zorgen om jouw gezondheid tijdens je lachbuien. Wanneer je kompaan bij Wie ben ik? met z’n scheve bek op die knop ramde en weer eens net deed alsof hij schrok van het bordje dat uit de desk kwam zetten, dan was ik altijd bang dat je er in zou blijven hangen. Ooit gebeurt dat ook. Maar wie wil dat nou niet, Ron, lachend sterven?

In de hemel kom je dan vermoedelijk niet. Want gedurende je leven hield je je niet alleen bezig met kwisjes en spelprogramma’s. Je deed ook aan levensbeschouwing. Zingend vertelde je ons hoe het volgens jou zat daarboven: Engelen bestonden helemaal niet. In één zin schopte je één van de belangrijkste pijlers onder het christelijke geloof weg. Vele atheïsten zijn je nog steeds dankbaar en uitten die dankbaarheid door elke zondag bijeen te komen in grote gebouwen met torens erop, waar klokken in hangen die het lied ‘Engelen bestaan niet’ spelen.

Toch is dat niet je grootste verdienste geweest voor de mensheid. Je grootste verdienste voor de mensheid kwam ik pas een paar maanden geleden tegen, toen ik wat aan het rondstruinen was op YouTube. Een fragment uit Ren je Rot. Presentator Martin Brozius kondigt ‘danserinnen’ aan die ‘de aerobic’ gaan doen. Een tiental dames in destijds modieuze pakjes liep de studiovloer op. Ze gingen dansen op muziek. Op aanwijzingen van een donkere, zwoele stem. Juist, die van jou, Ron.

Fantastisch hoe je mijn leven veranderd hebt door met die geile stem van jou termen over de studiovloer te laten schallen als: En jog om twee, drie, vier…, Slide twee, drie, vier, five, six, seven, eight…, Jumping Jacks, rechts twee, rug twee, links twee, voor twee, rug twee, rechts twee…en nu de kicks! en Hop scotch uit in drie, vier, vijf, zes, zeven, acht. Bedankt Ron!

Met vriendelijke groet,

Zwoebe Zwoebstra

Volg ons ook op Twitter!