Leo Beenhakker

Volgens mij kun je Leo Beenhakker geen groter plezier doen dan hem onrecht aan te doen. Dan kan hij in een persconferentie, en misschien ook nog wel voor allerlei andere camera’s, z’n beklag doen. Leo geeft graag persconferenties. Het liefst had hij, toen hij nog trainer was, z’n trainingen gegeven vanachter een tafel met zestien microfoons erop. Op z’n bureau in de Kuip stonden tot gisteren ook altijd vier microfoons. Kon hij de hele dag oefenen om het praten met de pers te perfectioneren. Meer was er ook niet te doen.

Het is waar we Don Leo na z’n carrière – na nog een laatste klus straks – aan zullen herinneren. Z’n opus magnum. De persconferentie. Niemand kon of kan het beter. Het begint al bij het betreden van de zaal. Kijk maar eens goed, de manier waarop Leo Beenhakker naar een tafel loopt is onnavolgbaar. Een beetje gebogen, en met rustige tred. Zoiets kun je ook niet aanleren, dat is talent. Het talent om goed naar een tafel te lopen, niet veel mensen is het gegeven. Leo wel. Gracieus doch slagvaardig, dat gevoel straalt hij met elke stap uit. Toen hij nog bondscoach van Polen was, maakte het rood-witte stoffen trainingspak het af.

Dan het zitten. Ook heel belangrijk bij een goede persconferentie. Leo kan het als geen ander. Hij weet dat het zitten het halve werk is tijdens een persconferentie. Daar kun je hem al winnen of verliezen. Het is zaak er zo ongeïnteresseerd mogelijk bij te gaan zitten als er iemand anders aan het woord is. Leo geeft dat vorm door met beide handen z’n hoofd te ondersteunen. Z’n hoofd doet de rest.

Leo Beenhakker heeft een echt persconferentiehoofd. Als geen ander hoofd straalt het desinteresse uit wanneer er een journalist aan het woord is. Het hoofd zegt eigenlijk: ‘Nou meneertje de journalist, lult u nog maar even wat, dan zal de grote Leo u daarna wel eens zuchtend vertellen hoe het nu wel precies zit.’ En dan moet het echte praten dus nog beginnen.

Als persconferentiedier is Leo Beenhakker daar natuurlijk ook zeer bedreven in. Als het nodig is bespeelt hij de zaal nog even door nonchalant met twee vingers op de microfoon te tikken. Nog even een klein slokje water nemen, ook dat kan momentum creëren. Maar het belangrijkste is toch de metafoor. Leo heeft er altijd een paar paraat. Hij oefent ze op z’n vrouw. Die heeft doorgaans geen idee waar Leo het over heeft als hij weer eens iets zegt over een kind dat zich moet melden bij het schoolhoofd om te horen of hij over gaat, terwijl de andere kindjes al naar huis zijn.

Dat is de metafoor die Beenhakker gisteren gebruikte in de persconferentie waarin hij zijn afscheid als technisch directeur bij Feyenoord toelichtte. Hij was het kind, iemand anders was een schoolhoofd, en er was ook nog iets met andere kindjes. Niet kinderen, maar kindjes. Kindjes is een echt Beenhakkerwoord. Die kindjes waren wel over en Leo niet. Ofzo. Nou ja, hij zal er wel over nagedacht hebben.

Hoe het ook zij, Leo is weg bij Feyenoord. En daar mogen we Eric Gudde wel dankbaar voor zijn. Konden we weer eens genieten van het persconferentiewonder dat Leo Beenhakker heet. Stiekem is Leo er zelf ook wel blij mee; hij had wel weer eens zin in een persconferentie waarin hij alle registers open kon trekken. Bovendien, nu kan hij zich opmaken voor weer een laatste klus. Het zou best wel eens een avondvullende onemanshow in Carré kunnen worden. Vanachter een tafel, met heel veel microfoons erop, uiteraard.

….Zucht….Zucht….Volg ons op Twitter!

19 reacties op “Leo Beenhakker”