Straten en pleinen: de Ossenmarkt

Eén keer per week parkeert Zwoebe zijn klapstoel in een straat of plein in Groningen en zal hij zijn onomwonden mening geven over de straat of het plein waar hij zich die week heeft opgehouden. Vandaag de Ossenmarkt.

Het was weer beestenweer, dus waar kon ik beter gaan zitten dan op de Ossenmarkt; een beest, én lekker dicht bij mijn huis in de Hortusbuurt. Maar wees niet bang, lieve bewoners van perifere straten als de Stoepemaheerd, de Van Starkenborghstraat en de Goudlaan, wanneer die verdomde r weer uit de maand is, kom ik ook bij u in de straat zitten. Steek de barbecue maar vast aan! Maar nu eerst de Ossenmarkt, in de regen.

De Ossemarkt is vernoemd naar de os. De os is vee, en in de zeventiende eeuw werd er een veemarkt gehouden op de plaats die we nu kennen als de Ossenmarkt, vandaar. Nauwkeuriger dan de definitie ‘de os is vee’, is de definitie ‘de os is een stier zonder ballen’. Want dat is de os, een stier zonder ballen. Ik vind het maar niks, zo’n stier zonder ballen. Het is toch een beetje als Pé zonder Rinus, als FC Groningen zonder Scandinaviërs, als Eurosonic zonder rijen. Het is het net niet. Nee, een stier moet ballen hebben!

Dit was de eerste conclusie die ik trok, terwijl ik met mijn klapstoel op de Ossenmarkt zat. De tweede was dat een paraplu niet had misstaan. Zonder paraplu word je in de regen nat. Behalve als je in de auto zit natuurlijk. Dan voorkomt het dak van de auto dat je nat wordt. Een paraplu is dan overbodig. Het zou zelfs gevaren voor de verkeersveiligheid opleveren, denk ik.

Nu ik toch zo aan auto’s zat te denken, viel het me ineens op dat veel auto’s recht op de Ossenmarkt afreden, maar niet veel later op een even wonderlijke als fascinerende manier onder de grond verdwenen, om voorlopig niet meer bovengronds te komen. Om het nog wat gekker te maken, verschenen de mensen die even daarvoor nog droog in hun auto zaten, uit het niets weer bovengronds via een trap. Heel apart. Wie me tips kan geven over wat daar onder die Ossenmarkt allemaal gebeurt, mag het gerust in de comments achterlaten.

Nog niet over die verbazing heen, viel ik alweer in de volgende: midden op de Ossenmarkt lagen negen cementen, vierkante blokken die prima dienst zouden kunnen doen als sokkels voor standbeelden. Zou het bijvoorbeeld niet mooi zijn om een voetbalelftal, waarvan twee spelers uit het veld zijn gestuurd, te vereeuwigen op de Ossenmarkt? Of wat de denken van de zeven dwergen plus Roel Van Velzen en Jacques d’Ancona? Geen gek idee hè? Je bedenkt nog eens wat op een klapstoel in de regen.

Het was wel weer eens tijd geworden om te vertrekken. Wie bedenkt dat stieren ballen moeten hebben en dat er standbeelden op sokkels horen te staan, heeft z’n langste tijd op een klapstoel in de regen gehad. Dat is een wet van Meden en Perzen. Natuurlijk vertrok ik niet zonder nog eens even goed om me heen te kijken. Daarbij viel mijn oog niet op de schitterende monumentale panden die gelegen zijn aan de Ossenmarkt, maar juist op een kleine galerie. De galerie van Annemarie de Groot.

Annemarie bleek een kunstenares naar mijn hart te zijn. U moet weten, ik hou enorm van schilderijen waar jonge cellisten opstaan die omringd worden door heel veel varkentjes. Zit dat er niet in, dan mag ik graag uren turen naar halfnaakte vrouwen met veel vissen eromheen. Laten dat nu net de twee werkjes zijn die Annemarie voor haar betraliede ramen had gehangen. Als een gelukkig man vertrok ik richting mijn warme en droge woning, hopend dat er een halfnaakte celliste achter tralies op me zat te wachten.

Met varkentjes om u heen of zonder; volg ons op Twitter!

Het viswijf

De varkentjescelliste

5 reacties op “Straten en pleinen: de Ossenmarkt”