Dutch democrazy

Een allitererende kop in het Engels, met een woordgrapje erin. Daar moet wel lang over nagedacht zijn. Dat klopt. De afgelopen paar dagen heb ik me teruggetrokken om na te denken. Geen WK voor mij. Fulltime nadenken, dat doen grote denkers als ik soms. De conclusie van mijn denken: de Dutch democracy is helemaal crazy, zoals mijn grote  voorbeeld en zelfverklaard God Willem Oltmans dat zo mooi kon zeggen.

Ik bedacht dat gisteren. Terwijl u in een oranje overall een oranje tompouce zat te eten had ik me, met een tweedjasje aan, teruggetrokken in m’n studeerkamer. Na een slokje cognac en een flinke trek aan m’n pijp, plukte ik eens aan m’n baard en ineens zag ik het: die Nederlandse democratie, daar klopt geen flikker van.

Dat zit zo: nu de verkiezingen achter de rug zijn, kunnen er, reëel gezien, twee coalities worden gesmeed. Eentje met de VVD, de PVV en het CDA, waarbij de SGP al gedoogsteun toe heeft gezegd. In de andere denkbare coalitie zullen de VVD, de PvdA, D66 en GroenLinks plaatsnemen.

Dat is één vrij naar binnen gekeerde coalitie van conservatieve partijen, in de rug gesteund door een godsdienstwaanzinnige, middeleeuwse partij. Eén van die partijen is ook nog eens uitgesproken anti-Europees en is op z’n zachtst gezegd niet heel erg tolerant. Al vinden ze zelf dat dat niet waar is, maar dat komt omdat ze het begrip tolerantie niet goed begrijpen. Die intolerante partij was de grote winnaar tijdens de verkiezingen.   

Daartegenover staat een coalitie van, in meer of mindere mate, vrijzinnige partijen met een open blik naar de buitenwereld, zonder dat God daarbij om de hoek komt kijken. Twee van die partijen, samen goed voor tien zetels winst en dus de grootste winnaars, zijn uitgesproken pro-Europese partijen die juist bekend staan om hun tolerantie jegens andersdenkenden. Hoe anders die anderen ook denken (binnen de kaders van de wet, blablabla). Een wat beter begrip van de term tolerantie.

Nou, de kiezer heeft gesproken. Dat kan betekenen dat de kiezer een schizofrene patiënt is die nodig eens langs moet bij de psychiater of dat er geen flikker klopt van het Nederlandse systeem van coalitievorming. Uiteindelijk ben ik al pijprokend in mijn leren fauteuil toch bij het laatste uitgekomen.

Het scheelde niet veel trouwens. De kiezer heeft de laatste jaren veel weg van een schizofrene patiënt die het niet meer weet. Van de SP naar de PVV, eventjes bij rare Rita op de koffie, om tenslotte toch maar weer bij gekke Geert te overnachten. Maar goed, uiteindelijk is het toch het Nederlandse coalitie- en kiesstelsel dat ervoor zorgt dat de kiezer heeft gesproken, maar dan wel met een dubbele tong: één van de beide overwinnaars wordt niet gehoord.    

Dat komt natuurlijk omdat ‘de kiezer’, net als de Nederlander, niet bestaat. Ironisch dat je een variant op de uitspraak van een vertegenwoordiger van een ondemocratisch instituut als het Koningshuis nodig hebt om te kunnen duiden waarom het Nederlandse coalitiesysteem  failliet is. Dat zegt eigenlijk genoeg.

20 reacties op “Dutch democrazy”