Het dagboek van Sjaak L. Grottenhoofd (deel 10)

Hallo, ik ben Sjaak L. Grottenhoofd. Al 46 jaar een onuitstaanbare vent, waarvan ik er nu alweer 20 getrouwd doorbreng met de eveneens onuitstaanbare Rita. Samen hebben we twee kinderen. Gezinus van 12 en Teun van 16. Teun is een meisje. Vroeger noemden we haar Teuntje; nu is ze 98 kilo, dus dat gaat niet meer. Ondanks haar 98 kilo zit ze – god betere het – op korfbal. Gezinus voetbalt, heeft een bril en wordt gepest. Ik ben woonachtig op Kievitsei 38 te Kerkdriel, waar ik tevens werk als gemeenteambtenaar. De hel op aarde.

 Zoals u wellicht al merkt erger ik me voortdurend en klaag ik me een weg door het leven heen. Daarom heeft onuitstaanbaar.nl me gevraagd een dagboek bij te houden. Elke zondag zullen mijn ‘belevenissen’ van de afgelopen week gepubliceerd worden op deze website. Ik hoop dat u er plezier aan beleeft, dan dient mijn verder compleet zinloze leven toch nog ergens toe.

Maandag 26 april

Waar ik vorige week nog vrijwillig enige uurtjes op het toilet doorbracht om m’n snor te drukken, bracht ik vandaag ongewil enkele uren door op het toilet. Ik zat opgesloten in het kleinste kamertje. Het slot zat muurvast. Uiteraard kwam ik hier net achter nadat ik een befaamde Sjaakkeutel uit m’n anus had geperst. Het belangrijkste kenmerk van de Sjaakkeutel is dat ze een uur in de wind stinken. Ook wel twee uur en een kwartier trouwens. Want zo lang heb ik in m’n eigen poeplucht moeten zitten Toen kwam uitgerekend die Trudy Pasveer me bevrijden. Ik heb haar gezegd dat ik nog wel eventjes bleef zitten. Alles liever dan door dat kutwijf bevrijd te worden. Wat Trudy Pasveer precies op het herentoilet kwam doen is nog steeds niet bekend.

Dinsdag 27 april.

Vandaag was de begrafenis van Wendy. U weet wel, de stagiaire die vorige week het leven liet op het jaarlijkse uitje van de gemeente Maasdriel nadat ik onze kano om had laten slaan. Het trieste van begrafenissen vind ik altijd dat ik dan een pak aan moet. Ik heb een bloedhekel aan pakken. Ze zitten te strak. Zo ook het pak dat Rita vandaag voor me had klaargelegd (ik heb twee pakken: een zwarte waarbij ik een das draag die dezelfde kleur heeft als de afzichtelijke roze Opel Corsa van Trudy Pasveer en een bruin pak waarin ik op een nazi lijk). Blijkbaar zijn er sinds de vorige begrafenis weer wat kilootjes Sjaak bijgekomen. Door even de adem in te houden kreeg ik de boel uiteindelijk toch dicht. Dit te strakke pak wreekte zich nog wel op de begrafenis. Vlak voordat Wendy har graf in werd getakeld werd het me teveel. Ik kreeg echt geen lucht meer, verloor het bewustzijn en ben zo het nog lege graf van Wendy ingekukeld. Toen ik weer bijkwam lag Tonnie van Bemmelen boven op me. Ook zijn pak had te strak gezeten. Na een glaasje water voor Tonny en mij kon Wendy alsnog ter aarde worden besteld. Eind goed, al goed.

Woensdag 28 april

Vandaag mochten we alweer de nieuwe stagiaire verwelkomen: Felicity. Zo mogelijk een nog mooier exemplaar dan Wendy. Ietsje jonger ook nog. Heb ik die kano dus toch niet voor niks om laten slaan. Zo zie je maar, alles heeft een reden.

Donderdag 29 april

Nadat op m’n werk Felicity eerst een kokend hete kop koffie over m’n broek had gemorst, moest ik met Teun mee naar de diëtiste. Ze was inmiddels over de honderd kilo en dat zou slecht zijn voor je hart ofzo. Dan sterf je eerder. Toen ze met dat nieuws op de proppen kwamen schrok Teun zich een ongeluk. M’n grapje dat ze haar bij dat voedingsbureau niet zo moesten laten schrikken in verband met dat slechte hart, viel niet echt goed. Wel wilden ze Teun op een vrij rigoureus dieet zetten. En ze moest ook gaan sporten. Toen Teun zei dat ze al korfbalde, deelde de diëtiste mee dat korfbal niet meetelde. Dat vond ik dan wel weer een leuke opmerking. Ik denk overigens niet dat Teun dat dieet volhoudt. Al was het maar omdat ik het hele huis vol ga leggen met allerlei vet eten. Hahaha.

Vrijdag 30 april

Koninginnedag. Even heb ik overwogen om met m’n Ford Escort naar Zeeland te koersen en ergens tegen op te rijden. Ik heb het toch maar niet gedaan. In plaats daarvan heb ik Gezinus geholpen z’n fiets te versieren. Dat doen we hier in Kerkdriel altijd. Welk kind de mooiste versierde fiets heeft mag dan aan het eind van de dag vanuit een juten zak een ballon met een kaartje en een ontbijtkoek eraan in de lucht laten. Zo combineren we al die onzin een beetje. Gezinus z’n fiets zag er nadat we er een paar kilo mandarijnen en sinaasappels tegenaan hadden gesmeten heel mooi uit. Hij was een grote kanshebber. Dat de rest van de kinderen een jaar of acht was en hij al twaalf was deerde hem niks. Na de fiets versierd te hebben ben ik keihard gaan zuipen met enkele leden van mijn carnavalsvereniging, De Ballenbikkers. Eenmaal thuisgekomen wist ik al dat ik de voetbalwedstrijd van Gezinus morgen niet zou gaan halen.

Zaterdag 1 mei

En inderdaad, ik werd pas laat in de middag wakker. Desalniettemin was ik er vrij zeker van dat Gezinus en z’n team ook vandaag wel weer met 9-2 hadden verloren.