Laatst nodigde iemand mij uit om naar ‘het zwembad te gaan’, een plek waar ik al jaren niet ben geweest. Natuurlijk heb ik weleens een streotype vakantie in een ver land genoten, waarin een even stereotype duik in het zwembad van het hotel niet heeft ontbroken. Een bezoek aan een heus ‘suptropisch zwemparadijs’ is sinds mijn jeugd echter niet meer voorgekomen.
Een vriend stelde voor om dan ook maar zoals vroeger ‘opstoppinkje’ te gaan doen, oftewel: met zijn allen in de glijbaan liggen, veel water tegenhouden en vervolgens als een dolle door de baan glijden.
Ik moest bij het woord ‘opstoppinkje’ meteen denken aan ‘blubsie’ zoals mijn neefje van 6 blubber noemt. Dat woord gebruik je zomaar opeens dus niet meer zodra je ietwat ouder bent. Teneinde een quarterlife-crisis te voorkomen ga ik binnenkort dan ook eerst op de ‘ligweide’ in de blubsie stampen, om vervolgens met zijn allen opstoppinkje te gaan doen. Kunnen we daarna mooi een zandkasteel met ‘hard’ en ‘zacht’ zand bouwen.